27 SEPTEMBER 1932. 517
De heer BROOS heeft bij een vorige gelegenheid al eens
gesproken over het lange leegstaan van deze woningen. Spr.
heeft zich onlangs opnieuw op de hoogte gesteld van den toe
stand en daarbij is hem gebleken, dat daarin sindsdien veran
dering gekomen is. Stonden er de vorige maal 59 woningen
leeg, thans zijn er nog maar 8 onbewoond. Dit bewijst, volgens
Spr., dat die woningen toch nogal in trek zijn. Hij kan dan
ook het betoog van den heer Haaiman op dat punt niet
onderschr ij ven
Ook Spr. meent, dat in de huur, waarvan de exploitatie
rekening uitging, het waterverbruik begrepen was. Is dit inder
daad het geval, en zijn er gedurende den bouw geen meerdere
kosten bij gekomen, waarom zou men dan het waterverbruik
ten laste der bewoners brengen? Daarvoor zou alleen reden
kunnen zijn, als hun gezinsinkomsten het toelaten het water
verbruik te betalen. Spr. zou echter eerst willen weten, of in
de huur, welke in de exploitatie-rekening is verwerkt, het
waterverbruik begrepen was, zoo ja, dan vindt Spr. het ook
niet billijk, dat de huur zoo wordt opgevoerd.
De heer KROONE vraagt, welke maatstaf er voor de huur-
bepaling is aangelegd en door wie(n) dit is geschied.
Wethouder VAN MIERLO zegt, dat het in deze zaak is,
zich den toestand juist voor oogen te stellen. De heer Haai
man heeft opgemerkt, dat destijds, bij de exploitatie-rekening,
een huur van 2.80 in uitzicht is gesteld en nu doet hij het
voorkomen alsof dit bedrag tot 3.85 is opgeloopen. Spr. wil
dit rechtzetten. Men dient echter te weten, dat toen is voor
gerekend, dat de huur 3.80 moest zijn om de exploitatie slui
tend te maken. Doch men mocht voor 2.80 in sommige
gevallen verhuren met goedkeuring van den Minister, die dan
de helft van het tekort der exploitatie zou betalen. Dat is heel
wat anders.
Men kan echter de huren eerst definitief vaststellen, nadat
de bouwrekening is opgemaakt. Deze nu heeft uitgewezen, dat
de minimum-huur op 2.85 moet worden bepaald, dus 5 cent