524 27 SEPTEMBER 1932. De heer HAALMAN verklaart, niet aan dit verzoek te kunnen voldoen. Wethouder VAN MIERLO merkt met nadruk op, dat, als dit voorstel van den heer Haaiman mocht worden aange nomen, de Gemeente gevaar zou loopen de bijdrage van het Rijk te verliezen. De heer KROONE voelt veel voor het voorstel van den heer Haaiman, maar hij vreest, dat bij aanneming daarvan het vermoeden van den heer V a n M i e r 1 o wel eens bewaar heid zou kunnen worden. Daarom zou Spr. in overweging willen geven, over de strekking van dat voorstel eerst in onderhandeling te treden met den Minister. De heer HAALMAN heeft geen bezwaar zijn voorstel zoo lang terug te nemen, mits die onderhandelingen terstond wor den geopend. De VOORZITTER verklaart, dat Burgemeester en Wet houders niet van plan zijn, monnikenwerk te gaan doen. De heer HAALMAN: Dan handhaaf ik mijn voorstel. Het tweede voorstel van den heer Haaiman wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 19 tegen 7 stemmen. Tegen: de heeren B r a n t j e s, P 1 e ij t e, M a b e 1 i s, Crul, Van Arendonk, Kroon e, Kraij, Elich, Kooijman, Broos, Van Keep, Van Buitenen, Van der Ven, Ku ij laars, Schrauwen, Van de Ven, Van Mierlo, Loonen en Houben. Voor: de heeren Van Houten, Haaiman, Visser, Van B e d a f, M e ij v i s, G r u ij s en Cohen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aange nomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 524