534
3 OCTOBER 1932.
De heer VAN HOUTEN verzoekt de behandeling van
punt 63 der agenda even aan te houden, tot zijn fractiegenoot
Haaiman ter vergadering gekomen is.
De VOORZITTER verklaart, dat daartegen geen bezwaar
bestaat.
Daarop wordt besloten punt 63 te behandelen
na punt 74 der agenda.
64. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver
hooging van het op de begrooting van het Gasbedrijf voor
1932 uitgetrokken crediet voor reclame en propaganda met
500.-.
De heer VAN HOUTEN verklaart geen enkel bezwaar
te hebben tegen het maken van propaganda voor het gebruik
van gas, maar hij wil deze gelegenheid te baat nemen om er
op te wijzen, dat er aan den anderen kant afbreuk wordt ge
daan aan het gasverbruik. Door de verleden jaar plaats gehad
hebbende aanvulling van art. 16 der verordening, regelende
de voorwaarden voor de levering van gas over den gewonen
meter en over den muntmeter, worden namelijk vele gasver-
bruikers gedwongen om het minder verbruik bij te betalen.
Dit nu is voor werkloozen en andere minder-bedeelden zeer
bezwaarlijk, zoodat velen het gebruik van gas hebben afge
schaft, met als natuurlijk gevolg, dat het gasverbruik over
het algemeen is teruggeloopen. Spr. dringt er daarom op
aan, art. 16 der voornoemde verordening weder in zijn ouden
vorm te herstellen.
Wethouder BRANTJES zou op het oogenblik geen mede-
deelingen omtrent deze aangelegenheid kunnen doen. Het
ware beter geweest, als de heer Van Houten getallen
had genoemd; zulks zou het onderzoek vergemakkelijkt heb
ben. Spr. zal nu gegevens dienaangaande laten verzamelen,
aan de hand waarvan kan worden nagegaan, of het inderdaad
aanbeveling verdient, de verordening op dit punt te wijzigen.