„Ad. 1. Het is een feit, dat de behoefte aan zwemmen de
„laatste jaren zeer is gestegen. Eenerzijds is zulks te beschou-
„wen als een ontwikkeling, welke zich op wel haast elk gebied
„van de sport voordoet, anderzijds is het een gevolg van de
3 OCTOBER 1932.
543
„heeft geleid en dat de spoedige totstandkoming van de in
lichting verzekerd is, indien de gemeente zich tegenover de
„instelling bij welke de op te richten N. V. „Sportfondsenbad
„Breda" een leening zal sluiten ten behoeve van den bouw,
„garant zal stellen voor de nakoming van de daaruit voort
spruitende geldelijke verplichtingen. Het uitvoerige request
„is voorzien van een exploitatiebegrooting, in het request toe
gelicht. Bij een schrijven dd. 17 Juni 1932 van de N. V. „De
„Sportfondsen" aan Burgemeester en Wethouders is in de
„exploitatiebegrooting op enkele ondergeschikte punten een
„wijziging gebracht (rentevoet-leening, brandstoffenprijs).
„In het request wordt met cijfers toegelicht, hoe omtrent
„de levensvatbaarheid van een inrichting als bedoeld te Breda
„alleszins goede verwachtingen kunnen worden gekoesterd en
„een woord van lof is op z'n plaats zoowel wegens de acti
viteit, welke het Comité ten toon spreidde bij het verzamelen
„in korten tijd van een groot aantal deelnemers aan de spaar-
„kas als om de grondige wijze, waarop het comité en de N.
„V. „De Sportfondsen" in dit request en later toegezonden
„stukken hun verlangens motiveerden.
„Bij de overweging van ons advies deden zich de volgende
„vragen voor:
1. „Is de behoefte aan een overdekte inrichting zoodanig,
„dat er voor de gemeente aanleiding is zich daarvoor
„door garantie geldelijk te interesseeren met het risico
„daaraan verbonden?
2. „Zoo ja, zijn dan de moeilijke tijdsomstandigheden, waar-
„in wij leven, daartegen een beletsel?
3. „Is het door adressen ontworpen plan van dien aard,
„dat het risico door de gemeente redelijk kan worden
„aanvaard?
