3 OCTOBER 1932.
551
inschrijvingen bereikt werden en daaruit het verlangen der
burgerij te Breda naar een overdekte zweminrichting ten dui
delijkste blijkt". Dit kan echter alleen gelden voor het kapitaal
krachtige deel der bevolking en het wil mij voorkomen, dat de
voorgelegde exploitatie-begrooting hoofdzakelijk op dat deel
der bevolking is gebaseerd. Behalve een post van 15000 losse
baden (populair zwemmen) a 25 cent (wat voor het over-
groote deel der bevolking veel te duur isvind ik verder geen
enkele post die rekening houdt met de minder financieel draag-
krachtigen en kan ik het gevoel niet onderdrukken, dat het
Comité van Actie en het Comité van Aanbeveling zich in
dezen voelen als representanten van de meer-gegoeden en de
Algemeene Volksgezondheid alleen wordt aangehaald, om de
kans voor de inwilliging van hun verzoek om garantstelling
door de Gemeente te verhoogen. Ware het anders, dan zou
het adres van geheel anderen inhoud zijn en ook een heel
andere exploitatie-begrooting zijn voorgelegd.
Dit kan het Comité evenwel niet als een verwijt worden
aangerekend, omdat het in deze geen verantwoordelijkheid
draagt.
Het College van Burgemeester en Wethouders, dat zich
niet aan verantwoordelijkheid kan onttrekken, heeft dit blijk
baar ook ingezien en heeft mijn volle aandacht, waar het in
zijn prae-advies zegt:
„Dat er reden is voor een inrichting, waar men het gansche
„jaar deze sport kan beoefenen, zal niemand ontkennen, en
„men kan zich denken, dat hier als elders, bij gemis aan
„initiatief uit de burgerij, de gemeente het als haar taak zal
„beschouwen ten deze eene voorziening te treffen
„Derhalve kan de conclusie geen andere zijn dan deze.
„dat de gemeente het particulier initiatief, zoo dit een hechte
„basis inhoudt, behoort te steunen, en onder zekere omstan-
„digheden zich bereid kan verklaren tot het aanvaarden van
„eenig risico."
Burgemeester en Wethouders erkennen dus in deze, ook
buiten het particulier initiatief om, een taak te hebben. Dat
zij deze niet hebben vervuld en afhankelijk stellen van het