560 3 OCTOBER 1932. wel. Maar dan loont het toch de moeite, bij het stellen der voorwaarden, ook eens bij andere plaatsen te gaan kijken. Ik neem daartoe Haarlem en Arnhem. Toen de zaak te Haarlem aanhangig was, is de Chef van de Accountantsafdeeling der Gemeente meermalen te Amsterdam geweest tot het voeren van besprekingen en het eigener oogen bezien van de daar reeds bestaande inrichtingen. Er is dus te Haarlem een zeer grondig onderzoek ingesteld, waarmee ik natuurlijk niet bedoel, als zou dat hier niet zijn geschied. En wat is daarvan nu het resultaat geweest? Dat begin Decem ber van het vorige jaar door Burgemeester en Wethouders aan den Raad is voorgesteld zich garant te stellen voor de bij de Rijksverzekeringsbank door de afdeeling Haarlem van de N. V. „De Sportfondsen" te sluiten leening tot een bedrag van ƒ260.000.— bij een totale bouwsom van 300.000.en een eigen kapitaal van ƒ40.000.-, wanneer minstens 750 spaarbrieven zijn geplaatst. Vergelijken wij die voorwaarden nu eens met de plannen te Breda, dan vinden wij het volgende: Totale bouwsom te Breda: 200.000.d.i. 2/3 van die te Haarlem; eigen kapitaal te Breda: 25.000.—, d.i. iets minder dan 2/3 van dat te Haarlem; te sluiten leening te Breda: 175.000.-, d.i. iets meer dan 2/3 van die te Haarlem; stel len wij het aantal spaarders te Breda nu ook op 2/3 van dat te Haarlem, dan zijn de voorwaarden vrijwel aan elkaar gelijk. Arnhem vraagt bij een totale bouwsom en een te garan deeren leening als te Haarlem 550 a 600 spaarders. Dat komt vrijwel overeen met wat hier wordt voorgesteld. Maar Arnhem eischt daarbij geen eigen kapitaal, maar dat op de aandeelen 40.000.zal zijn gestort. Dat laatste verhoogt in niet ge ringe mate de interesse van de spaarders bij de inrichting en is m.i. als een steviger waarborg voor het slagen aan te merken. M. de V. Ik meen, dat uit deze gegevens blijkt, dat de voorwaarden hier gesteld, aan den lagen kant zijn gehouden. Ik acht dat in dezen tijd moeilijk te verantwoorden. Wat kan er tegen zijn hier het aantal spaarders op 500 te stellen? Het zal iets langer duren eer de inrichting er is. Maar erkenning

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 560