56 9 FEBRUARI 1932. „Op grond van de door U d.d. 29 Juli 1931 krachtens „art. 11 van het Woningbesluit aan ons College verleende „machtiging, om binnen de daarbij gestelde grenzen, te be sluiten tot ondergeschikte wijzigingen van het uitbreidings plan, hebben wij goedkeuring verkregen op ons besluit d.d. „25 November 1931, tot verandering van dat plan ten op- „zichfe van het gedeelte gelegen tusschen de Dijklaan en het „Leurscheplein. „Gedeputeerde Staten wijzen er op, dat uit de bewoor dingen van artikel 11 van het Woningbesluit valt op te „maken, dat de hierbedoelde bevoegdheid aan Burgemeester „en Wethouders had moeten worden verleend tegelijk met „de vaststelling van het oorspronkelijk plan van uitbreiding. „In ons op het terzake betrekking hebbende voorstel van „24 Juli 1931, teekenden wij o.m. het volgende aan: „Hoewel uit de redactie van artikel 11 van het Woning- .besluit zou zijn af te leiden, dat slechts bij de vaststelling „van het oorspronkelijke uitbreidingsplan, voorbehoud zou „mogen worden gemaakt als bedoeld in artikel 11 van het „Woningbesluit, zag de Inspecteur van de Volksgezondheid, „met wien deze aangelegenheid is besproken, er geen be swaar in dit alsnog te doen." „Op grond van deze uitlating gaven wij U in overweging „de meervermelde machtiging te verleenen. „Gedeputeerde Staten verzoeken maatregelen te treffen, „dat daarvoor in aanmerking komende besluiten overeen- „komstig artikel 11 van het Woningbesluit tot stand komen. „Daaraan is te voldoen door aanvulling van het raadsbesluit „van 30 Augustus 1929 tot vaststelling van het oorspron kelijke uitbreidingsplan. „Mitsdien hebben wij de eer U voor te stellen gemeld „raadsbesluit aan te vullen op de wijze als omschreven in „het hierbijgevoegd ontwerp-besluit." De heer HAALMAN wenscht met eenige voldoening te wijzen op het feit, dat hij voor de zooveelste maal door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 56