3 OCTOBER 1932. 575 bezighouden van jeugdige werkloozen steun verdient. Maar als men ziet, dat van andere zijde óók in arbeiderskringen nog veel meer gedaan wordt uit eigen middelen, dan wordt het moeilijk zijn stem aan het voorstel-H a a 1 m a n te geven. Bovendien wordt er reeds veel geld gegeven voor ontwikke lingswerk en ieder zal Spr. toch moeten toegeven, dat ontwik keling nuttiger is dan ontspanning. Nu heeft de heer Haal- m a n gezegd, dat er door de Commissie wèl aan ontwikke lingswerk gedaan is. Als de heer H a a 1 m a n dit met bewijzen kan staven, zal Spr. voor diens voorstel stemmen. De heer VISSER had niet gedacht zoo spoedig de bewijzen geleverd te zien van de juistheid van hetgeen hij zooeven, bij de behandeling van het vorige punt, beweerd heeft. In beide gevallen betreft het steunverleening aan het particulier initia tief; toen ging het om een garantie van 175.000.voor de gegoede klasse en men had daartegen niet het minste bezwaar doch nu het om 150.voor de arbeiders gaat, wordt het verzoek botweg afgewezen. De heer HAALMAN antwoordt den heer Broos, dat uit de lijst, welke door de Commissie aan Burgemeester en Wet houders is overgelegd, blijkt, dat er inderdaad ook voor de ontwikkeling der jeugdige werkloozen is gezorgd. Er zijn namelijk een aantal lezingen gehouden door ds. Ter Haar Romeney, door Jhr. de Muralt over doel en werk der Arbeids inspectie, door den heer Van Kempen over leven en arbeid in den Belgischen Congo met lichtbeelden, voorts is er een cursus in eerste hulp bij ongelukken gehouden. Spr. vertrouwt, dat de heer Broos hem op zijn woord zal willen gelooven, daar hij de lijst in kwestie helaas niet bij zich heeft. In elk geval zijn er een 15-tal lezingen gehouden in anderhalf jaar tijds. Daarvoor heeft de Commissie kosten moeten maken zooals vergoeding voor reiskosten, zaalhuur enz., met als gevolg, dat zij thans dringend steun noodig heeft. Als men aan de zijde, welke de heer Broos bedoelt, geen steun be hoeft, dan is dat een verheugend verschijnsel, zegt Spr., maar onze middelen zijn uitgeput en het is nog wel zeer de vraag,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 575