586
3 OCTOBER 1932.
RONDVRAAG.
De heer HAALMAN wenscht een tweetal vragen te stellen.
1°Er is op het oogenblik geen directeur van den Gemeente
lijke Geneeskundigen Dienst, terwijl er ook nog geen op
roeping voor sollicitanten naar die functie heeft plaats gehad,
zoodat de onder-directeur nog steeds met de waarneming
daarvan is belast. Nu heeft deze ook particuliere praktijk en
is daardoor niet te allen tijde beschikbaar. Spr. vindt, dat die
toestand niet langer bestendigd mag blijven en verzoekt Bur
gemeester en Wethouders te bevorderen, dat spoedig in de
vacature wordt voorzien. 2°. Loopt met 1 Januari a. s. de
overeenkomst betreffende den Vleeschkeuringsdienst met de
buiten-gemeenten af. In verband hiermede verzoekt Spr. Bur
gemeester en Wethouders het ontwerp voor een nieuwe over
eenkomst tijdig bij den Raad in te dienen.
De VOORZITTER deelt den heer Haaiman als ant
woord op zijn eerste vraag mede, dat reeds een groot aantal
sollicitaties is ingekomen, welke men thans bezig is te onder
zoeken. De zaak is evenwel nog niet zoover, dat zij rijp is om
voordracht aan den Raad te doen. De heer Haaiman kan
echter gerust zijn; de dienst loopt goed; men beschikt immers
ook nog over dr. Hofman.
Wat de tweede vraag van den heer Haaiman betreft,
zegt Spr., dat het inderdaad juist is, dat ten aanzien van den
Vleeschkeuringsdienst met 1 Januari 1933 een voorziening
moet worden getroffen. Aan het sluiten van een nieuw contract
hechten Burgemeester en Wethouders niet zoozeer; niettemin
zijn zij hun positie als bestuur van een centrum-gemeente
bewust. De zaak staat op het oogenblik zoo, dat den buiten
gemeenten een tweeledig voorstel is gedaan; Burgemeester
en Wethouders wachten thans het antwoord daarop af.
Alsnu sluit de VOORZITTER de vergadering.
De Secretaris. De Voorzitter,