17 NOVEMBER 1932.
601
De feiten, door den heer K u ij 1 a a r s naar voren gebracht,
namelijk, dat zij niet vanaf de openbare straat bereikbaar
zijn en dat zij niet van een waterleiding zijn voorzien, kun
nen op zich nimmer aanleiding geven tot onbewoonbaar-
verklaring; deze moet gegrond zijn op eigenschappen van
de woningen zelf. Spr. gelooft niet, dat het instellen van
hooger beroep succes zal hebben, te meer daar verschillende
verbeteringen reeds zijn getroffen.
Den VOORZITTER komt het voor, dat men niet tot
het instellen van hooger beroep moet besluiten vóórdat men
het advies van den technischen dienst en van de Gezond
heidscommissie ter zake heeft ingewonnen. Meent de Raad,
dat dit gebeuren moet, dan zullen Burgemeester en Wet
houders daartoe overgaan.
De heer COHEN: Als het College meent, dat het instel
len van beroep toch geen doel zal treffen, dan acht ik die
moeite overbodig.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethou
ders ter zake het advies zullen inwinnen van den techni
schen dienst en van de Gezondheidscommissie en deze
adviezen aan den Raad zullen voorleggen; deze kan dan
beslissen, of al dan niet van het besluit van Gedeputeerde
Staten in beroep zal worden gegaan.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
6. Kennisgeving van M. A. C. K i e v i t s, dat hij zijn
benoeming tot hoofd der openbare lagere school aan de
Middellaan aanneemt.
7. Dankbetuiging van C. van D ij k, opzichter bij de
werkverschaffing op de Vrachelsche Heide, voor de hem
toegekende gratificatie.
8. Rapport van het Accountantskantoor van H. Spar-