17 NOVEMBER 1932. 607 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om over te gaan tot het opmaken eener aanbeveling van drie per sonen ter benoeming van een heemraad in het dagelijksch bestuur van het waterschap, genaamd „Heemraadschap van Mark en Dintel", wegens periodieke aftreding van Mr. E. L. H. M. van M i e r 1 o, waartoe worden aanbevolen: lo. Mr. E. L. H. M. van M i e r 1 o, aftredend heemraad; 2o. G. J. M. IngenHousz; 3o. Mr. M. M a e y e r. Wordt overgegaan tot stemming ter benoeming van een eersten candidaat. Er worden uitgebracht 26 stemmen, waarvan 22 op den heer V a n M i e r 1 o, 1 op den heer IngenHousz en 1 op den heer M a e y e r, terwijl 1 stembiljet blanco is in geleverd en 1 stem van onwaarde wordt verklaard. Zoodat de heer Mr. E. L. H. M. van M i e r 1 o als eerste candidaat op de aanbeveling is geplaatst. De Burgemeester, inmiddels ter vergadering gekomen, neemt thans het voorzitterschap van Wethouder Van Buitenen over. Daarop wordt overgegaan tot stemming ter be noeming van een tweeden candidaat. Er worden uitgebracht 26 stemmen, waarvan 22 op den heer IngenHousz, 1 op den heer Van Mierlo, 1 op den heer Van Poppel, terwijl 1 stembiljet blanco is in geleverd en 1 stem van onwaarde wordt verklaard. Zoodat de heer G. J. M. IngenHousz als tweede candidaat op de aanbeveling is geplaatst. Daarop wordt overgegaan tot stemming ter be noeming van een derden candidaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 607