17 NOVEMBER 1932.
617
37. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter voorloopige vaststelling aanbiedende de rekening van
het Grondbedrijf over 1931, vergezeld van een rapport van
het Centraal Bureau voor verificatie en financieele adviezen
der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, alsmede van
een verslag van de Commissie uit den Raad, belast met het
nazien dier rekening, waarin zij bericht de rekening te hebben
onderzocht en accoord bevonden, weshalve zij in overweging
geeft haar voorloopig vast te stellen.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
38. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter voorloopige vaststelling aanbiedende de rekening van
ontvangsten en uitgaven der gemeente over het dienstjaar
1931, met rapport der Commissie belast met het onderzoek
dier rekening, waarin zij bericht, dat zij de rekening met
de bijlagen heeft onderzocht en daartegen geen bezwaren
heeft, weshalve zij in overweging geeft, de inkomsten en
uitgaven over dat jaar voorloopig vast te stellen als volgt:
a. Gewone Dienst:
Inkomstenƒ4.185.538,13
Uitgaven 3.940.430,40
Batig saldo 245.107,73
b. Kapitaaldienst:
Inkomsten3.561.674,89
Uitgaven 5.762.862,40
Nadeelig saldo ƒ2.201.187,51
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
De Wethouders wenschen geacht te worden, zich hierbij
van medestemmen te hebben onthouden.