624
17 NOVEMBER 1932.
De heer HAALMAN vindt het merkwaardig, dat door
Burgemeester en Wethouders in hun voorstel dezelfde argu
menten worden gebezigd als door Spr. en zijn fractiege
nooten in den loop der jaren voor verlaging van den gasprijs
zijn aangevoerd. Toen is er dikwijls van de zijde van het
College gezegd, dat die argumenten niet juist waren, nü
zijn zij dit wèl. Doch, waar Burgemeester en Wethouders
eigenlijk tot de conclusie zouden moeten komen, dat tot
verlaging van den gasprijs in het algemeen behoort te worden
overgegaan, nemen zij plotseling een draai en komen met
een voorstel tot verlaging van het vastrechttarief. Spr. en
zijn fractiegenooten kunnen zich niet daarmede vereenigen,
niet omdat zij den vastrechtverbruikers dat voordeeltje niet
gunnen, maar zij willen een verlaging van den gasprijs, welke
allen gasverbruikers ten goede komt. Wat Burgemeester en
Wehouders nu voorstellen, vinden zij onbillijk; immers, de
muntgasverbruikers kunnen nooit van het vastrechttarief
profiteeren. Het voordeel, aan de voorgestelde wijziging van
het tarief verbonden, is trouwens voor de vastrechtverbrui
kers zelf twijfelachtig. Immers, als zij dezelfde hoeveelheid
gas blijven verbruiken, hebben zij er geen voordeel van,
alleen bij meer verbruik. Zooals men ziet, is het voordeel
dus zeer problematisch.
De motieven, welke Burgemeester en Wethouders aan
voeren om hun verwachting te staven, dat het Gasbedrijf,
ondanks de voorgestelde verlaging, in 1933 op de begroote
winst zal kunnen rekenen en in 1934 en volgende jaren,
dank zij die verlaging, een hoogere winst zal hebben te boe
ken, gelden volgens Spr. evenzeer voor het geval, dat de
gasprijs voor alle verbruikers wordt verlaagd; de ondervin
ding heeft dit steeds geleerd. Spr. voor zich verwacht, dat de
uitbreiding van de gas-afname als gevolg van deze wijziging
zeer bescheiden, zoo niet illusoir, zal zijn. Hij is dan ook
van meening, dat, waar uit de toelichting van het voorstel
blijkt, dat gasprijsverlaging over de geheele linie mogelijk
is, dit ook moet gebeuren en niet behoort te worden over
gegaan tot een verlaging, welke slechts voor een kleine groep
van gasverbruikers eenig voordeel kan opleveren.