17 NOVEMBER 1932. 625 Wethouder BRANTJES zal op de bewering van den heer Haaiman, dat de gasprijs over de geheele linie verlaagd zou kunnen worden, niet ingaan; die kwestie is nog niet lang geleden, namelijk bij de behandeling van de begrooting van het Gasbedrijf voor 1932 in den breede besproken, waarbij toen door Burgemeester en Wethouders is aangetoond, dat de tijden er niet naar zijn om tot gasprijs-verlaging over te gaan in verband met de dan te verwachten belangrijke tijde lijke winstdaling. Dit voorstel evenwel is zonder risico voor de Gemeente, terwijl de bedoeling ervan is, de gas-afname, zoo niet uit te breiden, dan toch op peil te houden. Over het geheele land valt namelijk te constateeren, dat de malaise ook op dit gebied voelbaar wordt. Ook hier is zulks het geval, zooda<- het dus van belang is het gasverbruik aan te moe digen. Op de voorgestelde manier kan men dat doen zonder zelf eenig risico te loopen. De ondervinding, met het tegen woordige vastrechttarief opgedaan, heeft geleerd, dat een verbruiksprijs van 5 cent per M.3 niet voldoende laag is om meer gas te gaan verbruiken voor verwarming. Bij be paling van dien prijs op 4 cent is dit wèl te verwachten, vandaar dit voorstel. Er kan z.i. niet het minste bezwaar tegen zijn om het te aanvaarden. De heer HAALMAN verklaart, dat zijn fractie dit voor stel niet wil afwijzen. Zij behoudt zich evenwel de vrijheid voor, bij de a.s. behandeling van de begrooting voor 1933 een voorstel tot verlaging van den gasprijs in 't algemeen te doen. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 43. Voorstellen van Burgemeester en Wethouders, in zake toeslagen aan steuntrekkende werkloozen, luidende als volgt: Huurtoeslag. „Reeds meermalen is de kwestie van huurtoeslag op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 625