,,b. aantal gezinnen, dat niet in aanmerking komt, omdat „reeds het maximum steunbedrag ex art. 8 der steun regeling wordt ontvangen: 84; ,,d. aantal gezinnen, dat van 50 tot 100 cents per week „zou kunnen ontvangen: 19. 17 NOVEMBER 1932. 627 „verhoogd zouden zien. Wat de gezinnen betreft, zouden „juist zij, die er het meest behoefte aan hebben, hun uit- „keering niet verhoogd zien. Een door ons ingesteld onder hoek, aan de hand van de feitelijke steungevallen, beves tigde ons inzicht, weergegeven in ons prae-advies in den „aanvang vermeld, dat n.l. het geven van huurtoeslag op de „voorgestelde basis alleen steunverhooging tengevolge heeft „voor hen, die weinig of geen kinderen hebben en voor hen „in wier beroep hoogere loonen gelden en die daardoor reeds „thans tot de hoogste uitkeeringen komen en dat het effect „van den kindertoeslag voor een niet gering deel zou worden „weggenomen. „Ons onderzoek strekte zich uit over de groep uitgetrokken „verzekerde werkloozen. Op 1 October j.l. waren daaronder „560 steungevallen. Volgens de bestaande administratieve „volgorde begonnen, werd van 426 gevallen nagegaan, wel- „ken invloed de invoering van een huurtoeslag op de uit- „keeringen zou hebben. Hierbij bleek het volgende: ,,a. aantal kostgangers, die, uiteraard, geen huurtoeslag „kunnen ontvangen: 50; ,c. aantal gezinnen, dat van 4 tot 50 cents per week zou „kunnen ontvangen: 25; „Bij de bedragen, genoemd onder c en d, is er op ge- ,rekend, dat niemand buiten den toeslag valt tengevolge van ,een lagere huishuur dan 3. „Volgens den hiervoor gevolgden gedachtengang reke- ,nend, zouden 248 gezinnen voor een huurtoeslag van 1 ,of meer in aanmerking kunnen komen zonder het maximum .genoemd in art. 8 der steunregeling te overschrijden. Van .deze 248 gezinnen bestaan er echter slechts 37 uit zes of .meer personen. Hun steun bedraagt 16.of meer, tenzij ,ze andere gezinsinkomsten hebben. Bij de beoordeeling van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 627