17 NOVEMBER 1932.
635
zal worden. In andere gemeenten is men daarvoor blijkbaar
niet zoo bevreesd. Ook de Minister zal met die mogelijkheid
wel rekening hebben gehouden. Spr. en zijn fractiegenooten
zijn ook niet zoo huiverig daarvoor; zij zijn er van overtuigd,
dat 99 der werkloozen dien gulden hard noodig heeft.
Maar, als men het inderdaad als een bezwaar voelt, laat men
den brandstoffentoeslag dan desnoods verstrekken in den
vorm, welken zijn partijgenoot Haaiman heeft aan
gegeven.
De heer KROONE heeft geen antwoord bekomen op zijn
verzoek om stukkolen te verstrekken aan hen, wier kachels
niet geschikt zijn om daarin cokes te stoken. Spr. geeft toe,
dat het instellen van een onderzoek op dit gebied practisch
niet zoo gemakkelijk uitvoerbaar is, maar aan den anderen
kant heeft men niets aan een brandstof, welke niet geschikt
voor zijn kachel.
De VOORZITTER antwoordt, dat natuurlijk in de prac-
tijk niet is na te gaan, of bij iederen werklooze cokes al of
niet goed brandbaar is. De ondervinding, op de scholen en
elders opgedaan, heeft geleerd, dat cokes als brandstof vol
doet. Bovendien hebben Burgemeester en Wethouders het
vorig jaar geen klachten daaromtrent van de zijde der werk
loozen bereikt. Spr. ziet dan ook geen enkele reden om op
het verzoek van den heer K r o o n e in te gaan.
De heer M e ij v i s wil in plaats van cokes geld geven;
zijn partijgenoot, de heer Haaiman, ziet het bezwaar, het
welk daaraan verbonden is, zeer goed in en geeft in over
weging een brandstoffen-bon ter waarde van een gulden te
verstrekken. Spr. moet echter ook tegen dit laatste bezwaar
maken, aangezien het er toe zou kunnen leiden, dat in die
bonnen handel wordt gedreven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop
besloten:
vast te stellen de navolgende regeling, waarnaar aan werk-