642 17 NOVEMBER 1932. op, dan zou het zelfs boven de hier ter stede geldende loonen uitkomen en zou men hier dus met werken minder verdienen dan met werkloos-zijn, waardoor de prikkel om te werken velen geheel zou worden ontnomen. Ook zou deze maatregel weer tot belasting-opdrijving leiden, terwijl er onder de be lastingbetalers velen zijn, die in dezelfde moeilijke omstan digheden verkeeren als de werkloozen. Spr. is dan ook van oordeel, dat men de burgerij niet meer mag gaan belasten, en hij verklaart ten slotte volkomen te onderschrijven, wat Burgemeester en Wethouders in hun voorstel over huur toeslag zeggen. De heer VAN HOUTEN constateert met vreugde, dat Burgemeester en Wethouders nu deze aangelegenheid hier voor de vijfde maal behandeld wordt, eens wat meer werk, van de zaak hebben gemaakt en ook de heer Broos haar ditmaal wat nauwkeuriger heeft bekeken en daarbij tot do conclusie is gekomen, dat in tal van plaatsen een huurtoeslacj boven het steunbedrag, ad 65 van het verdiende loon wordt toegekend. De heer BROOS: Dat heb ik niet beweerd! De heer VAN HOUTEN: Ik zou U toch kunnen aanj- toonen, dat zulks in tal van gemeenten geschiedt. Wethouder VAN MIERLO: Doet U dat dan eens. De heer VAN HOUTEN noemt daarop in dit verband lie gemeente Eindhoven en zegt, dat hij nog heden een brief heeft ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat de Mi nister bereid is een huurtoeslag boven de tot dusver gestelde limiet goed te keuren. Indien men er dus behoorlijk w rk van wilde maken, zou men het wel gedaan krijgen. Ook in Ginneken geeft men volgens Spr. een huurtoeslag boven iet gewone steunbedrag. Over den huurbijslag zelf behoeft Spr. niet meer te spreken; hij sluit zich volkomen aan bij hetg en de heer Broos daarover gezegd heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 642