14 DECEMBER 1932. 669 2. Besluit van de Gedeputeerde Staten voornoemd, d.d. 30 November 1932, G. no. 385, houdende vaststelling van de rekening van den Warenkeuringsdienst over het dienstjaar 1931. 3. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter kennisneming aanbiedende een rapport van het Accoun tantskantoor van H. S p a r r i u s, in zake opneming van boeken en kas van het Veemarktbedrijf op 10 November 1932. De VOORZITTER stelt voor, alle deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 4. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter kennisneming aanbiedende een rapport van het Accountants kantoor van H. S p a r r i u s, in zake opneming van boeken en kas van het Openbaar Slachthuis op 10/11 November 1932. De heer KUIJLAARS heeft in het rapport de opmerking gelezen, dat het kassaldo ingevolge het bepaalde in art. 4 der betreffende verordening te hoog is, hetgeen in verband met de uitvoering der Crisis-Varkenswet nogal dikwijls voor komt. Verder wordt er in zake de uitvoering dier wet op gemerkt, dat de controle op de ontvangsten van slachtingen in de buitengemeenten onvolledig is. Naar aanleiding hiervan verzoekt Spr. Burgemeester en Wethouders een betere controle-regeling te treffen, opdat de betrokken ambtenaren geen gevaar loopen, dat hen eenige verdenking kan treffen. De VOORZITTER antwoordt, dat daarvoor niet gemak kelijk een goede oplossing te vinden zal zijn, omdat de keuring op verschillende plaatsen geschiedt. Spr. stelt voorop, dat in het betrokken personeel het volste vertrouwen wordt gesteld, doch dit neemt niet weg, dat controle toch gewenscht is; het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 669