14 DECEMBER 1932.
673
kan zich heel goed voorstellen, dat Burgemeester en Wet
houders in bijzondere gevallen buiten de Arbeidsbeurs om
benoemen, als zij zich daardoor van een betere kracht kunnen
voorzien.
De heer KROONE gelooft, dat de heer M e ij v i s de
wonde plek beter had kunnen zoeken bij de directeuren of
liever nog bij de opzichters der bedrijven dan bij Burgemeester
en Wethouders. Als de directeuren er de opzichters op wezen,
dat zij hun arbeiders via de Arbeidsbeurs behoorden te be
trekken, in plaats van steeds vriendjes er in te halen, dan zou
er al veel gewonnen zijn.
Wethouder VAN BUITENEN wijst er den heer M e ij v i s
op, dat de Arbeidsbeurs geen distributie-apparaat van werk
gelegenheid is, maar een bemiddelingsinstituut tusschen
werkgevers en werknemers. Met de gevallen, waarop de heer
K r o o n e doelt, heeft de Arbeidsbeurs niets te maken; zij
mag op de keuze van de arbeidskracht geen invloed uit
oefenen.
Ten slotte zegt Spr., dat het niet doenlijk is bij de aan
stelling van gemeente-personeel, dat vaak aan bijzondere
eischen moet voldoen, zich te binden altijd van de Arbeids
beurs gebruik te maken; men kan b.v. voor beambte bij het
Burgerlijk Armbestuur niet iedereen gebruiken.
De VOORZITTER geeft in overweging, den adressee-
renden bond te antwoorden, dat over het algemeen bij de
aanstelling van gemeente-personeel steeds in den geest van
het verzoek wordt gehandeld, maar dat Burgemeester en
Wethouders zich daarbij toch altijd de noodige vrijheid moeten
voorbehouden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
10. Adres van P. A. v a n B o x s e 1, daarbij verzoekende
hem ontheffing van art. 15 der Bouwverordening te verleenen