688 14 DECEMBER 1932. toekennen van een subsidie aan de Zuider-Stroomtramweg- Maatschappij te Breda over het jaar 1931, luidende als volgt: Bij Uw besluit van 30 Juli 1931 (zie gedrukte notulen, „bldz. 681 e.v.), werd aan de N.V, Zuid-Nederlandsche „Stoomtramwegmaatschappij voor 1931 een bijdrage a fonds „perdu verleend, groot ƒ4411.20, zulks onder verschillende „bij dat besluit gestelde voorwaarden. „Nadien is van de N.V. Zuider Stoomtramwegmaatschappij „alhier het hierbijgaande verzoek ingekomen om een bedrag „van 2600.ter beschikking te willen stellen a fonds perdu „voor slechts eenmaal te verstrekken, neerkomende op een „basis van 6 cent per inwoner. Echter werd daarbij den „wensch te kennen gegeven die aanvrage niet onmiddellijk „in behandeling te nemen. Hieraan gevolg gevende, hebben „wij deze zaak aangehouden tot ons ulto. Maart van dit jaar „het verzoek bereikte een beslissing te willen bevorderen. „Wij hebben ons daarna in verbinding gesteld met H.H. „Gedeputeerde Staten dezer provincie, terwijl ook met het „gemeentebestuur van Tilburg besprekingen zijn gevoerd ten „einde te komen tot eenzelfde gedragslijn. „Als resultaat van een en ander hebben wij de eer U het „volgende mede te deelen: „Blijkens de overgelegde financieele bescheiden verkeert „genoemde Mij. in ernstige geldelijke moeilijkheden, waardoor „het voortbestaan der instelling werkelijk in gevaar is ge bracht. Eenerzijds is dit een gevolg van de heerschende „tijdsomstandigheden, anderzijds van het optreden van con- „curreerende ondernemingen, die aan de gevestigde stoom- .tramwegmaatschappij belangrijke contingenten, vooral van „het reizigersvervoer, hebben ontnomen. „De weinig rooskleurige positie is voor haar aanleiding „geweest om tot de besturen van Staat, Provincie en „gemeenten het verzoek te richten geldelijke bijdragen in den „vorm van stortingen a fonds perdu te haren behoeve beschik baar te stellen. „Volgens dit plan zouden de gemeenten der streek, welke „door de lijnen der Zuider Stoomtramweg Mij, worden be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 688