14 DECEMBER 1932. 693 De heer MEIJVIS wenscht, naar aanleiding van de woor den van den heer Broos, op te merken, dat hij niet gezegd heeft, dat verleden jaar, maar vóór twee jaar een Kerstgave is verstrekt overeenkomstig de bedragen, welke thans in het adres van den Bredaschen Bestuurdersbond genoemd worden. Verder zegt Spr., dat, als de Minister een andere regeling niet goedkeurt, er niets aan te doen is, maar men zou het toch eerst kunnen probeeren. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 42. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, in zake het toekennen van huurtoeslag aan werkloozen, luidende als volgt: ,,In de op 17 November j.l. gehouden raadsvergadering ,,werd besloten een huurtoeslag te geven aan werkloozen, „trekkende uit de rijkssteunregeling, met de bedoeling, dat „de huurtoeslag zal worden gegeven boven het steunbedrag, „voorzoover de rijksregeling zulks toelaat, en wel tot het „bedrag, waarmede de wekelijksche huishuur de 3.over schrijdt, terwijl de huurtoeslag op maximum 3.per week „wordt bepaald. „Wat de kosten betreft, kunnen wij U na een ingesteld „onderzoek mededeelen, dat deze voor huurtoeslag aan uitge trokken werkloozen per week ten minste 320.80 zullen „bedragen. De gezinstoeslag aan dezelfde categorie, waarop „inmiddels goedkeuring is verkregen, zal extra 250.per „week van de gemeentekas vergen. „De meerdere kosten van huur- en kindertoeslag aan onge organiseerden kunnen te zamen worden geraamd op 100. „per week. „Aldus zullen beide maatregelen de gemeentekas bezwaren „met ongeveer ƒ35.000.waarvan c.q. ongeveer 10.000. „als rijkssteun in de gemeentekas terugvloeit. De huurtoeslag „alléén zal de financiën der gemeente netto met een bedrag „van ongeveer 14.000.verzwaren. Op de onbevredigende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 693