14 DECEMBER 1932. 695 De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethou ders den heer Van de Ven erkentelijk zijn voor zijn woorden, waaruit blijkt, dat hij hun handelwijze naar waarde weet te schatten. Het was Burgemeester en Wethouders er niet om te doen, te reageeren tegen het eenmaal genomen raadsbesluit, maar, aangezien de Raad had besloten den werkloozen een huurtoeslag toe te kennen zonder de kosten daarvan te weten, vreesden zij, dat als de Raad het bedrag zag, dat daarmede gemoeid was, deze misschien in dezer voege zou oordeelen: Als wij dat geweten hadden, zouden wij er niet toe besloten hebben. Na de verklaring van den heer Van de Ven, namens de R. K. fractie afgelegd, kunnen Burgemeester en Wethouders dus aannemen, dat de Raad met volle kennis van zaken het raadsbesluit uitgevoerd wenscht te zien. De heer HAALMAN zegt, dat hetgeen hem in deze het meest teleurgesteld heeft, de omschrijving van het agenda punt geweest is. Daaruit toch viel af te leiden, dat Burge meester en Wethouders met een ontwerp-regeling bij den Raad kwamen. Het viel hem dan ook erg nuchter op de maag toen hij in de Leeskamer alleen maar dit schrijven vond, waarin Burgemeester en Wethouders een weifelende houding ten opzichte van den huurtoeslag aannemen. Spr. vindt daar voor geen reden aanwezig, daar de Raad toch niet klakkeloos tot het toekennen van een huurtoeslag besloten heeft; het was te voorzien, dat dit veel geld zou kosten. Spr. heeft dan ook met genoegen de verklaring van den Voorzitter van de R. K. fractie aangehoord, die, ofschoon hij persoonlijk niet aan het besluit heeft medegewerkt, toch op uitvoering daarvan aan dringt. Spr. noemt dit een zeer juist standpunt. V/at echter ten zeerste te betreuren valt, is het feit, dat door dezen gang van zaken de uitvoering van den genomen maatregel weer is vertraagd. Het besluit had terstond uitgevoerd moeten worden; de Raad had dan reeds in deze vergaderinj een ontwerp-regeling vóór zich kunnen hebben en de werkloozen hadden dan eerder van den huurtoeslag kunnen profiteeren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 695