702 14 DECEMBER 1932. De heer VAN DE VEN zou gaarne willen weten op welke middelen de heer G r u ij s zooeven doelde. Als de heer G r u ij s andere middelen om de begrooting sluitend te maken kan aanwijzen, dan deed hij beter nu daarmede voor den dag te komen, dan behoeft men deze straatbelasting misschien niet in te voeren. Wethouder VAN BUITENEN sluit zich aan bij de woor den van den heer Van deVen. Ook Spr. is zeer nieuws gierig naar de middelen, welke door den heer G r u ij s zullen worden aangewezen. Juist omdat de begrooting hier de volgende week behandeld zal worden en zij niet sluitend is te maken zonder het door deze belasting te verkrijgen bedrag, is het noodig, dat de behandeling van dit voorstel daaraan voorafgaat. Wat het voorstel van den heer M a b e 1 i s betreft, merkt Spr. op, dat een termijn van drie jaren zeer speculatief is; niemand kan zeggen, hoe lang de huidige economische crisis nog zal aanhouden. Een feit is het evenwel, dat zij nog lang zal nawerken op de gemeente-financiën; de moeilijke jaren zijn dan ook nu eerst begonnen. Daarbij komt, dat het tegenwoordig vrijwel usance is, dat belastingverordeningen door de Kroon slechts voor één jaar worden goedgekeurd. Zeer waarschijnlijk zal zulks ook in dit geval geschieden, zoodat de zaak dan vanzelf ieder jaar opnieuw aan de orde komt. Het voorstel van den heer M a b e 1 i s heeft dus practisch niet veel effect. De heer M a b e 1 i s zegt, dat, als men werkelijk ieder jaar opnieuw de belastingverordeningen onder de oogen heeft te zien, zijn voorstel inderdaad geen zin heeft. Wethouder Van Buitenen heeft er verder nog op gewezen, dat, al gaat de crisis voorbij, de crisis-lasten nog lang op de gemeente- financiën zullen blijven drukken, zoodat men eigenlijk eerst nu voor de moeilijke jaren komt te staan. Daartegenover staat evenwel, dat de bedragen, voor werkloosheidssteun en werkverschaffing benoodigd, juist nu groote sommen be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 702