14 DECEMBER 1932.
707
Artikel 11.
De heer VAN DE VEN wijst op de laatste zinsnede van
de eerste alinea van dit artikel en vraagt, waarop die eigen
lijk slaat.
Wethouder. VAN BUITENEN antwoordt, dat in de be
wuste zinsnede eigenlijk met andere woorden gezegd wordt,
hetgeen al in de eerste zinsnede staat; zij had dus wel achter
wege gelaten kunnen worden. Spr. stelt derhalve voor, de
woorden: „en heeft geen recht op gedeeltelijke teruggave of
ontheffing van de belastingen", te schrappen.
Met inachtneming dezer wijziging wordt dit
artikel goedgekeurd en vastgesteld.
De overige artikelen der ontwerp-heffings-ver-
ordening worden zonder eenige bedenking goed
gekeurd en vastgesteld.
De ontwerp-heffingsverordening wordt daarop
in haar geheel, zonder hoofdelijke stemming en
met inachtneming der daarin aangebrachte wijzi
gingen, goedgekeurd en vastgesteld.
De ontwerp-invorderingsverordening wordt
vervolgens zonder eenige bedenking conform
goedgekeurd en vastgesteld.
44. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, hou
dende mededeeling van een, namens den Raad, aan de
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant gezonden antwoord
op een door hen tot den Raad gerichte vraag betreffende
de vermindering, toe te passen op de wedden van burge
meesters, secretarissen en ontvangers wegens genot van
ambtswoning.
De VOORZITTER stelt voor, dit schrijven voor kennis
geving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.