710 14 DECEMBER 1932. zitter heeft dat niet gedaan. Spr. zal zich ditmaal daarbij neerleggen, doch een volgenden keer niet meer. De bespreking is hiermede geëindigd. 46. De VOORZITTER deelt mede, dat alsnog is inge komen een adres van den Bredaschen Bestuurdersbond, waarin deze verzoekt om de onder de crisis-steunregeling vallende categorie arbeiders, in plaats van cokes, een gulden brandstoffentoeslag per week uit te betalen, overeenkomstig de ministerieele circulaire van 12 November j.l. Spr. wijst er op, dat deze aangelegenheid in de vorige vergadering lang en breed is besproken, zoodat Burgemeester en Wethouders voorstellen dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer VAN HOUTEN zegt, dat de reden, waarom dit adres is ingediend, is gelegen in het feit, dat tot op heden de cokesverstrekking niet goed marcheert, waardoor vele werkloozen nog steeds geen cokes ontvangen hebben. De Bredasche Bestuurdersbond meende daarom op een betere regeling van den brandstoffen-toeslag te moeten aan dringen. De heer MEIJVIS brengt in herinnering, dat er bij de behandeling van den brandstoffentoeslag in de vorige ver gadering van Katholieke zijde is gezegd: Laten wij eerst eens zien, hoe het loopt. Toen nu bleek, dat de cokesver strekking niet vlot van stapel liep doordat zich aan de Gasfabriek moeilijkheden voordeden, heeft de Bredasche Bestuurdersbond het verzoek ingediend om een andere rege ling te treffen. Die moeilijkheden kunnen zich immers later weer voordoen en bovendien heeft men altijd nog het be zwaar, dat cokes de kachels kapot stookt. De heer VAN DE VEN is van meening, dat de heeren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 710