720 19 DECEMBER 1932. „huis- en Veemarktcommissie en in ons college een onderwerp „van ampele overweging uitgemaakt. „Op de begrooting voor het jaar 1933 is een winst ge kaamd van ƒ21.250.Gezien het aantal kilogrammen, dat „jaarlijks op het slachthuis wordt geslacht, zou aanneming „van het voorstel Haaiman, verlaging der slachtrechten „met 1 cent per K.G., rond 27.000.kosten, waardoor dus „op de begrooting 1933 een nadeelig saldo zou verschijnen. „Dat hieraan niet gedacht mag worden, zeker niet in de ge- „geven omstandigheden, is duidelijk. „Overwogen is, of verlaging met een halven cent per K.G. „te rechtvaardigen zou zijn. Dergelijke verlaging zou de ge- „meente rond 13.500.kosten, waardoor de geraamde winst „over 1933 zou dalen tot rond 7.500. „In overeenstemming met de Slachthuiscommissie zijn wij „van oordeel, dat het niet van een voorzichtig beleid zou „getuigen, indien deze weg werd gevolgd. Voor de toekomst „valt vermoedelijk te rekenen met een verminderd vleesch- „verbruik, waarvan de inkomsten van het Slachthuis, dus ook „het geraamde winstsaldo, den terugslag zullen ondervinden. „Den laatsten tijd valt die vermindering reeds te constateeren. „Afgezien daarvan zal het duidelijk zijn, dat in de tegen woordige omstandigheden met incidenteele verlagingen van „tarieven groote voorzichtigheid moet worden betracht. Een „verlaging van een halven cent per K.G., die voor den han delaar van weinig en voor den consument waarschijnlijk „van geheel geen beteekenis zal zijn, terwijl zij de gemeente „op een beduidend bedrag komt te staan, is te minder ver antwoord nu het Slachthuis pas zoo kort werkt, waardoor „voor een gefundeerd inzicht in het bedrijf nog niet vol doende materiaal aanwezig is. „Wat betreft het voorstel om over te gaan tot verlaging „der invoerkeurloonen moet worden opgemerkt, dat het Rijk „5 cent per K.G. ingevoerd vleesch heft en daaruit aan de „gemeente vergoedt de heffing, die deze zelf noodig acht, in „dat geval dus 3 cent. Door verlaging tot 1 x/2 cent per K.G. „bereikt men dus niet anders, dan dat aan het Rijk een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 720