722 19 DECEMBER 1932. II, III en IV achter het verslag der begrootingsvergaderingen opgenomen, als: a. van de Gezondheidscommissie; b. van het Burgerlijk Armbestuur; c. van den Armenraad; d. van het Electriciteitsbedrijf; e. van het Grondbedrijf; van het Gasbedrijf; g. van het Waterleidingbedrijf; h. van het Radiodistributiebedrijf; i. van het Veemarktbedrijf; j. van het Openbaar Slachthuis; k. van de Gemeente. De VOORZITTER opent de algemeene beschouwingen. De heer VAN DE VEN houdt de volgende rede: Mijnheer de Voorzitter. Het tweede jaar van een zittingsperiode geeft in normale omstandigheden geen aanleiding tot het houden van uitge breide algemeene beschouwingen. De slechte tijden op econo misch gebied, die wij thans beleven en waarvoor wij eigenlijk de kwalificeering niet kras genoeg kunnen opzetten, geven echter aan elke begrooting ook aan de begrootingen van de gemeenten een bepaald cachet, waarvan een bespreking niet achterwege kan blijven. Van de begrooting, die hier vóór ons ligt, kunnen wij zeggen zooals van die van de meeste andere gemeenten dat zij geheel en al beheerscht wordt door de crisis. Het kenmerk van deze begrooting is dan ook, dat nieuwe zaken niet worden ondernomen: het verlanglijstje van Open bare Werken, dat vroeger tamelijk uitgebreid was, ontbreekt thans geheel. Is er in vorige jaren veel tot stand gekomen, de crisis laat dat niet meer toe. Wij moeten niet alleen afzien van het aanvatten van nieuwe zaken, maar zelfs de oude

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 722