730 19 DECEMBER 1932. Zit daar progressie in of niet? Van 0.37 tot 44.7 of in de verhouding van 1 op 121. Als de één voor een bepaalde som gelds een dubbeltje betaalt, betaalt de ander daarvoor 121 dubbeltjes! Dat beteekent toch wel wat. Ja, dat beteekent heel veel: in de eerste plaats voor de menschen, die het be talen moeten, maar meer nog, durf ik zeggen, voor de maat schappij in haar geheel. Immers, men mag niet wegcijferen, dat bij de toename der bevolking noodig zijn meer woningen, scholen, kerken, fabrieken, meer verkeersmiddelen, uitbrei ding van de plaatsen, waar de menschen samenwonen, dus meer straataanleg, meer rioleering, meer verlichting enz. Ook moet men niet vergeten, dat veel kapitaal in de diverse vormen, die ik opnoemde, verbruikt wordt en dus vervangen moet worden, dat straks, als de malaise gaat luwen, machinerieën en grondstoffen zullen moeten worden aangeschaft. Welnu, zij die sparen, stellen dat geld beschikbaar, maar als zij niet hebben kunnen sparen, als dat alles zou zijn uitgedeeld, dan zou de mogelijkheid om spoedig weer op gang te komen ver minderd zijn en dan zouden nü een aantal menschen er mis schien wel wat beter aan toe zijn, maar in de toekomst zouden zij er ongetwijfeld slechter aan toe zijn; de nood zou blijven. En als het dan ook mocht gebeuren zooals hier al gebeurd is dat wij aan een bepaald verlangen meenen niet te kunnen voldoen, laat men dan bedenken, dat het niet is omdat wij het den menschen niet gunnen, maar omdat wij het noodig achten, dat ook de toekomst voor die menschen beter worde verzekerd en omdat wij den gang daarheen willen bespoe digen en beveiligen. Bij het regelen van onze financiën is er nog iets, dat ik wel gaarne in het oog zoude houden. Dat is dit: dat wij zoo eenigszins mogelijk uit de handen der Regeering moeten blijven. Uit hetgeen in andere plaatsen geschied is, de eischen, die daar gesteld worden, volgt voor mij de consequentie, dat de Regeering met harde hand kan ingrijpen, wanneer zij haar voorwaarden stelt voor te verleenen hulp. Zoo eenigszins mogelijk en zoo lang mogelijk zou ik dat willen voorkomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 730