19 DECEMBER 1932. 733
van het eerste punt uitdrukkelijk verklaren, dat wij den toe
stand van de begrooting nog niet zóó precair achten, dat wij
het noodzakelijk vinden om voor een vermindering der uit
gaven met een bedrag van rond 11.000.de subsidies aan
cultureele vereenigingen en vereenigingen, die de bevordering
der volksgezondheid betreffen, te verlagen. Waar geen rugge
spraak is gehouden met die vereenigingen en dus het botte
potlood hier slechts bezig is geweest, kunnen wij ons niet
bij deze vermindering neerleggen.
En wat nu het tweede punt betreft, meen ik, zooals ik trou
wens reeds in een vorige vergadering zeide, dat er nog wel
andere middelen zijn om deze begrooting sluitend te maken
dan juist het invoeren van een nieuwe belasting en het ver-
hoogen van de opcenten op de gemeentefondsbelasting. Hoe
wel wij tegenover de straatbelasting niet onsympathiek staan
en haar te prefereeren vinden boven de personeele belasting,
meenen wij toch, dat de invoering van een dergelijke nieuwe
belasting eerst aan de orde behoort te zijn als alle andere
middelen zijn uitgeput. Het tekort op deze begrooting en
wellicht nog van vele volgende begrootingen is het gevolg
van de economische crisis, waarin wij met de geheele wereld
momenteel verkeeren. Wij stellen ons allen voor, dat deze
toestand ook wel weer eens veranderen zal en dat er na deze
magere jaren ook weer vette jaren zullen komen. Is het dan
niet aangewezen, dat wij hen, die dan leven, ook laten profi-
teeren van de beroerde toestanden, waaronder wij nu leven,
al was het maar om hen opmerkzaam te maken, dat er dient
gespaard te worden voor den slechten tijd en hen niet het
slechte voorbeeld van het voorgeslacht te doen volgen: geen
reserves te maken. Zulks kan geschieden door de z.g. crisis-
lasten te verschuiven naar volgende jaren. Wij kunnen de
meerdere crisislasten, die wij voor 1933 noodig hebben boven
die van 1932, begrooten op rond 3 ton. Wanneer voor dat
bedrag een leening wordt gesloten met een aflossingstermijn
van b.v. 10 jaar tegen een rente van 5 dan drukt op de
begrootingen van de volgende jaren een rente en aflossings-
last van 45.000.en aannemende, dat ook het eerste jaar