19 DECEMBER 1932. 735 O dat dit bij een vorige gelegenheid al voldoende is rechtgezet. Als men den heer Van de Ven echter zoo hoort spreken, zou men onwillekeurig tot de conclusie komen, dat hij toch wel zin heeft gehad in die verlaging, want: waar het hart vol van is, loopt de mond van over Wat de demonstratie van 7 Augustus j.l. betreft, heeft het ook mij ontzettend gespeten, dat er tegenover gezaghebbers uitdrukkingen zijn gebezigd, welke beter achterwege hadden kunnen blijven, maar de leiding kon daar niets aan doen; er zijn onder zoovele deelnemers altijd enkele elementen, die men niet in bedwang kan houden. Maar, om daaruit te conclu- deeren, dat de demonstratie alléén is gehouden om der wille van de socialistische propaganda, dat is toch wel heel kras. Een dergelijke bewering moet men kunnen bewijzen. Ik geef toe, dat in het slagen van een dergelijke demonstratie pro paganda zit, maar dit neemt niet weg, dat het een betooging was voor ontwapening. Verder is de heer Van de Ven ontstemd over het feit, dat wij hier voortdurend komen met voorstellen betreffende steunverleening aan werkloozen. Wij zijn nu eenmaal van meening, dat er hier aan die steunverleening nog heel wat mankeert, en de heer Van de Ven zal toch moeten toe geven, dat het dan hier de plaats is om daarop te wijzen. We kunnen dat niet nalaten; het is onze plicht. Vandaar, dat wij ons genoodzaakt zien, telkens op dat onderwerp terug te komen. En het is wel merkwaardig, dat alles, waarop wij hier in den loop der tijden gewezen hebben, op den duur toch tot stand gekomen is; zoo is b.v. de huurtoeslag er nu eindelijk ook. Ik weet wel, dat men mij zal tegenwerpen, dat het in dergelijke zaken om het tempo gaat; jullie tempo is langzaam, het onze wat vlugger. Welnu, als het onze voortaan iets minder vlug is en dat van jullie wat vlugger, dan zijn we het eens! De heer PLEIJTE houdt de volgende rede: Het is met zeer gemengde gevoelens, dat ik hier thans het woord vraag tot het houden van enkele algemeene beschou-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 735