19 DECEMBER 1932. 737 verdwijnt. Het is toch werkelijk niet de taak der Overheid' in alles in te grijpen. Naast de subsidiën geloof ik, dat de post voor den dienst der Beplantingen duchtig onder het mes moet worden ge nomen. Het is reeds in de afdeelingen gezegd, maar ik meen het hier niet te mogen achterwege laten, dat de Beplantingen veel en veel te veel geld kosten. Ik heb niets dan lof voor het aanzien van parken en plantsoenen en ik besef ten volle de indirecte waarde van een schoon uiterlijk onzer stad, maar me dunkt, dat zonder dat uiterlijk te schaden en zonder aan het aangename van het geheel afbreuk te doen, op dezen post belangrijk kan worden bezuinigd. Een schoone vrouw behoeft niet altijd in gala te zijn gekleed; ook met een eenvoudig japonnetje aan blijft ze aantrekkelijk. Voorts geloof ik, dat het thans absoluut noodzakelijk is, dat wij, leden van den Raad, blijk geven, niet alleen met woorden, maar ook met daden, dat overal waar dit mogelijk is, moet worden bezuinigd in Jiet belang van onze stad en dat wij dus in de eerste plaats het presentiegeld voor het bijwonen onzer vergaderingen, zooal niet geheel afschaffen, dan toch zeer belangrijk behooren te verminderen. Het liefst zou ik het presentiegeld geheel zien afgeschaft; wij bekleeden deze waardigheid toch omdat de kiezers gemeend hebben, dat de belangen onzer stad door ons kunnen worden bevorderd en omdat wij onzerzijds gaarne een deel van onzen tijd en van onze werkracht voor de belangen onzer stad willen ofFeren, maar niet omdat wij wenschen daarvoor te worden betaald. Mocht echter algeheele afschaffing der presentiegelden niet kunnen worden doorgevoerd, dan zou ik toch in elk geval het bedrag wenschen te zien gehalveerd, waartoe ik bij deze het voorstel doe, met volledige instemming van mijn partij genoot, den heer V e n k e r, die heden door ambtsbezigheden verhinderd is, deze vergadering bij te wonen. Met vreugde zou ik ook begroeten een voorstel van Burgemeester en Wet houders tot afschaffing van diverse toelagen aan gemeente ambtenaren, terwijl over het algemeen de inrichting en huis houding van de diverse gemeentebedrijven, zooals gemeente-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 737