742
19 DECEMBER 1932.
worden geleend dan het bedrag der aflossingen bedraagt. Het
geraamde te leenen bedrag blijft beneden dat der aflossing,
terwijl voor z.g. improductieve uitgaven niet meer dan even
38.000 wordt geleend.
En wanneer wij dan zien, dat belangrijke werken, als: ver
betering van de Markkade, aanleg van straten in de z.g. Bloe-
menbuurt, aanleg van een weg over het excercitieterrein, die
op de vorige begrooting nog „pro memorie" waren geraamd,
thans geheel daarvan verdwenen zijn, dan getuigd dat van den
ernstigen wil van Burgemeester en Wethouders om, zooveel
het van hen afhangt, het schip van de stad, zoo mogelijk
ongehavend, door de branding der tijden heen te sturen.
Mijnheer de Voorzitter. Wij zijn gedrongen in het defensief.
Tal van wenschen ten opzichte van op zich zelf noodzakelijke
dingen moeten naar betere tijden worden verschoven. Wij
kunnen niet veel meer doen dan de aanvallen, door den druk
der tijden op de financieele positie der gemeente gedaan, zoo
goed mogelijk pareeren.
Mijnheer de Voorzitter. Dat is geen minderwaardig werk.
Het eischt grooter activiteit, het voert de spanning hooger op,
in de verdediging de slagen van de tegenpartij het hoofd te
bieden dan onder den invloed van de massa, op den vijand
in te stormen. Het vraagt zelfbezinning, zelfbeheersching en
vastberadenheid.
Worden die eigenschappen bij den Raad aangetroffen, dan
zullen wij, onder den zegen des Allerhoogsten, juist in deze
moeilijke tijden, met vrucht voor onze stad werkzaam kunnen
zijn.
De heer HAALMAN deelt mede, dat gezondheidsredenen
hem nopen, niet dat aandeel in de behandeling van de be
grooting te nemen als andere jaren. Enkele zullen dat be
treuren, velen zal het wellicht genoegen doen; hoe het evenwel
zij, Spr. zal zich bepalen tot het maken van enkele opmer
kingen. Hij roept daarbij de clementie van den Raad in, aan
gezien het spreken hem moeilijk valt. Nu was het toch niet
zijn bedoeling geweest om breedvoerige algemeene beschou-