756 19 DECEMBER 1932. over de ongepaste uitdrukkingen, welke gedurende den optocht gebezigd zijn. De heer Haaiman heeft zich gebelgd getoond over het feit, dat bij die gelegenheid een door hem aangevraagd carillon-concert geweigerd is. De heer Haai man had Spr. te voren verzekerd, dat niet het minste partij belang met die demonstratie gemoeid was. Spr. heeft evenwel een goeden neus gehad, toen hij de afwijzing van het verzoek bevorderde; de tonen van het carillon zouden immers over schreeuwd zijn geworden door de wanklankige geluiden, welke uit de massa betoogers opstegen. Spr. heeft den optocht met eigen oogen gadegeslagen en hij moet zeggen, dat hij er spijt van had des morgens een toegangskaart voor het meetingsterrein gekocht te hebben van den heer Cohen. De heer COHEN: U kunt Uw geld terugkrijgen! De VOORZITTER voortgaande, zegt, dat met deze demonstratie de zaak van den vrede allerminst gediend is geworden; als propaganda-middel voor vrede en ontwapening moet zij dan ook als volkomen mislukt worden beschouwd. Spr. ontkent, dat het vreemdelingenverkeer er mede gebaat is geweest. Het is dan ook alleen de kwantiteit, waarop de heer Haaiman zich kan beroepen, als hij zegt, dat het feit, dat er 25.000 vreemdelingen in Breda bijeen waren, reden was om een carillon-concert te doen plaats hebben. De heer M e ij v i s heeft zich gewaagd aan een veronder stelling omtrent het politie-rapport van dien bewusten Zondag. Spr. zal daar maar niet nader op ingaan; hij wil er alleen dit van zeggen, dat bedoeld rapport van dien aard was, dat hij het zijn Collega te Maastricht ter waarschuwing heeft toe gezonden. Wat het houden van meetings en danspartijen op openbare pleinen betreft, zegt Spr., dat men een en ander het beste kan houden op particulier terrein, waar niemand eenigen aanstoot daaraan nemen kan. Op die manier zijn alle partijen tevreden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 756