19 DECEMBER 1932. 757 De heer VAN DE VEN hoopt, dat Burgemeester en Wet houders op het gebied van Openbare Werken nog zooveel zullen kunnen doen als de tijdsomstandigheden ook maar eenigszins toelaten. Met betrekking tot de politieke verhoudingen in dezen Raad, heeft de heer Haaiman opgemerkt, dat de heer M a b e 1 i s als commanditair vennoot en de heeren P 1 e ij t e en V e n k e r als stille vennooten van de R, K. fractie zijn te beschouwen. Spr. heeft ook weieens iets van vennoot schappen gehoord en hij meent derhalve, dat commanditair vennoot en stil vennoot feitelijk hetzelfde is. Spr. zou de ver gelijking van den heer Haaiman echter niet gaarne voor zijn rekening nemen. De heer G r u ij s wil onder de huidige omstandigheden gaan leenen. Spr. vindt dat absurd. Schulden maken is voor particulieren al een afkeurenswaardig iets, voor een gemeente is het onder deze omstandigheden nog erger. Spr. zou evenals Wethouder Van Buitenen slechts in de aller uiterste noodzaak daartoe willen overgaan. Het is geen goed systeem, al is de methode gemakkelijk. Terugkomende op de demonstratie van 7 Augustus j.l., zegt Spr., dat hij zijn bewering van zooeven dat de demonstratie in de eerste plaats het maken van propaganda voor de S.D.A.P. en pas in de tweede plaats voor vrede en ontwape ning ten doel had een bewering, die hem door de socialis tische fractie zeer kwalijk is genomen niet uit zijn duim gezogen heeft. Hij heeft dat in het socialistische Volksblad gelezen, waarin men er onomwonden voor uit kwam. Liegt dat blad, dan kan men Spr. daarvan geen verwijt maken; hij heeft dan ook niets te veel gezegd. De heer Haaiman is opgekomen tegen Spr.'s bewering, dat de Communisten en Onafhankelijk Socialisten de S.D.A.P. hoe langer hoe meer naar het revolutionnaire kamp drijven. Het is echter een feit, dat de leider der S.D.A.P., Ir. A 1- b a r d a, eerst niets van het houden van demonstraties op straat wilde weten, doch den laatsten tijd wél; naar men zegt, heeft hij zijn standpunt gewijzigd onder den drang van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 757