19 DECEMBER 1932.
759
dan ook alleen maar gezegd: Als men iets liever niet doet,
dan spreekt men er ook niet over. Daarmede heeft hij niet
willen zeggen, dat de vroegere uitlating van zijn partijgenoot
Haal man over vermeende voornemens der R. K. fractie
ten opzichte van salaris- en loonsverlaging, juist is geweest.
Spr. kan evenwel niet aan den indruk ontkomen, dat het in
de naaste toekomst weieens zoover zou kunnen komen.
De heer PLEIJTE verklaart vast te houden aan het voor
nemen tot besnoeiing van de gemeentelijke subsidies. Spr.
pleegt dus al direct insubordinatie als „stille vennoot" van de
R. K. fractie.
De heer MABELIS weet niet, waarom de heer Haaiman
het noodig vindt, zijn fractie alleen te stellen tegenover alle
andere; misschien brengt zijn politiek dat mede. Het heeft Spr.
verwonderd, dat de heer Haaiman er een jaar voor noodig
heeft gehad om de verhoudingen in den Raad te peilen. In
dit verband herinnert Spr. aan hetgeen hij verleden jaar over
zijn te volgen gedragslijn gezegd heeft; hij meent toen toch
duidelijk genoeg te zijn geweest. De heer Haaiman heeft
Spr. afgeteekend als een bijlooper van de R. K. fractie; bij
sommige gelegenheden is toch weieens gebleken, dat de schei
dingslijn anders loopt dan de heer Haaiman heeft aan
gegeven. Dit bewijst, dat diens indeeling niet heelemaal
juist is.
De heer Haaiman heeft aan het slot van zijn betoog
een soort weerbericht uitgegeven, waarin hij aan alle demo
cratische posten seint: „Democratie, weest op Uw hoede!"
Dit sein kan echter alleen van toepassing zijn voor de fractie,
die zich hedenmiddag bij monde van den heer Haaiman
geïsoleerd heeft en die hier alleen opkomt voor de belangen
van een bepaalde groep. Spr. meent evenwel, dat de ware
democratie op breeder basis berust.
De heer M e ij v i s heeft beweerd, dat de Bredasche steun
regeling veel ten achter staat bij die van andere steden en
als voorbeeld heeft hij daarvoor aangehaald het feit, dat de