764
19 DECEMBER 1932.
van den heer Haaiman dat de tegenwoordige crisis
uitgaven niet te vergelijken zijn met de crisis-lasten, die inder
tijd uit den oorlogstoestand voortvloeiden.
De heer VAN DER VEN merkt op, dat de uitlatingen van
de deelnemers aan de betooging van 7 Augustus j.l„ alsmede
de opschriften, die voorkwamen op de doeken, welke in den
optocht werden meegevoerd, allerminst vredesklanken inhiel
den. Uit alles bleek dan ook, dat de S.D.A.P. vrede en ont
wapening als opzet voor deze demonstratie gekozen had,
maar dat zij inderdaad is gebruikt voor het maken van pro
paganda voor die partij in het Zuiden des lands.
Wethouder VAN BUITENEN verklaart, in alle soorten
politiek niet geschoold te zijn en misschien daarom niet te
kunnen begrijpen, waarom over een zoo belangrijk punt als
het sluiten van een geldleening tot dekking van de crisis
uitgaven met geen enkel woord bij het afdeelingsonderzoek
is gesproken, waardoor het dus van de schriftelijke behan
deling werd uitgesloten, terwijl daarbij wél allerlei futiliteiten
naar voren zijn gebracht. Spr. vindt dit een onbehoorlijke
manier van doen. Hij heeft zooeven al uiteengezet, waarom
leenen onder deze omstandigheden niet raadzaam is, thans wil
hij er even op wijzen, wat in het jaar 1932 reeds geleend is.
namelijk 2j/> millioen aan vaste leeningen, terwijl er binnen
kort weer 1 a 2 millioen geleend zal moeten worden voor
reeds gevoteerde kapitaalsuitgaven. Voor het onderwijs en
andere noodige zaken zullen nog kapitaalsuitgaven gevo
teerd moeten worden en dus weer geleend. Zou men nu
bovendien nog tot dekking van de gewone crisis-uitgaven
gaan leenen, dan zou de dienst zoozeer bezwaard worden,
dat op den duur zelfs niets meer verwerkt zou kunnen worden.
De jaarlijksche lasten aan rente en aflossing zouden na
het einde van de crisis het de gemeente eenvoudig finan
cieel onmogelijk maken de dan noodige belangrijke werken
ter hand te nemen. Spr. moet dan ook ernstig waarschuwen
tegen de financieele politiek, welke door de socialistische