770 20 DECEMBER 1932. Wethouder BRANTJES wijst er op, dat artikel 25, alinea 3, van het Werkliedenreglement zulks uitdrukkelijk toestaat. De heer KOOIJMAN is het daarmede niet eens. In artikel 16 van bedoeld reglement wordt bepaald, dat onder gewonen werktijd wordt verstaan de werktijd aangegeven op de arbeidslijst. Als dus de werktijden ingevolge de arbeidslijst zijn volbracht, kan men daarna niet meer spreken van rust tijd. Naar zijn meening behoort de rusttijd te vallen in den gewonen werktijd. Burgemeester en Wethouders zijn dus van het Werkliedenreglement afgeweken, zonder voorkennis van den Raad, hetgeen Spr. niet juist vindt. De VOORZITTER geeft den heer K o o ij m a n in over weging, zijn bezwaren hieromtrent nader duidelijk uiteen te zetten in een nota. De heer KOOIJMAN belooft dit. De heer HAALMAN zegt, dat de winstuitkeering op deze begrooting op een hooger bedrag is geraamd dan in de vorige jaren. Nu kan men zeggen, dat dit verband houdt met den groei van het bedrijf; Spr. meent niettemin, dat men in deze verhouding toch wel te hoog kan gaan. In de verloopen jaren heeft Spr.'s partij meermalen op ver laging van de electriciteitstarieven aangedrongen; dit jaar zal zij dat niet doen. Niettemin is hij er van overtuigd, dat de electriciteitsprijzen hier ter stede ongunstig zijn. Er worden ongeveer 5 millioen K.W.U. per jaar verbruikt, waarvan 2J/2 millioen K.W.U door grootverbruikers. Hierop wordt door het bedrijf 1 ton verlies geboekt. Nu weet Spr. wel, dat zonder dit grootverbruik de inkoopsprijs van den stroom hooger zou zijn, doch op deze begrooting is de winstuitkeering geraamd op 191.000.welke door de gewone verbruikers wordt opgebracht, terwijl zij bovendien eerst de 100.000.hebben moeten opbrengen, welke op de grootverbruikers worden ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 770