77 8 20 DECEMBER 1932. omdat dan de conclusie ook juister zal zijn. Regelmatig worden met den Inspecteur der Volksgezondheid besprekingen ge voerd; men heeft al eens overwogen de wenschelijkheid jodium aan het water toe te voegen. Spr. zegt ten slotte, dat de onderzoekingen worden voortgezet. De VOORZITTER: De heer VandeVen zal nu begrij pen, dat de vraag moeilijk te beantwoorden was. De heer HAALMAN wijst op zijn vroeger betoog, gehou den naar aanleiding van zijn voorstel tot wijziging van artikel 7, 5e alinea der verordening, regelende de voorwaarden voor levering van water uit de waterleiding der gemeente Breda. Hij zal de toen aangevoerde motieven niet meer in den breede herhalen. Spr. zal evenmin een nieuw voorstel dienaangaande doen. Niettemin heeft het hem verheugd, dat in twee afdee- lingen voor het onderzoek der gemeente-begrooting wijziging is gevraagd van de verordening op het waterverbruik in dien geest, dat voortaan het meerdere verbruik niet meer zal worden verrekend per kwartaal, doch over een tijdvak van een half jaar (boven 20 M3.) of van een jaar (boven 40 M3.) Die leden hebben dus eindelijk ingezien, dat zijn voorstel juist is. Spr. zal daarom binnen eenigen tijd zijn voorstel herhalen. Wethouder BRANTJES wijst er den heer Haaiman op, dat een voorstel, als door hem bedoeld, voor de betrok kenen hoogstens eenige dubbeltjes per jaar voordeel kan zijn. Het water beneden kostprijs leveren, zal toch zeker niet in de bedoeling liggen. Het water kost Breda cent per M3. en het wordt geleverd voor 10 cents. Spr. meent, dat de heer Haaiman derhalve gerust zijn moeite kan sparen. De begrooting voor het Waterleidingbedrijf wordt daarop zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 778