20 DECEMBER 1932. Radio-distributiebedrijf. 779 De heer MEIJVIS wijst er op, dat bij het leggen der radio kabels slechts 60 van de arbeiders, die daarvoor noodig waren, in deze Gemeente woonachtig waren, niettegenstaande Wethouder Van Mierlo te kennen heeft gegeven, dat voor 90% Bredasche arbeiders zouden worden te werk gesteld. Spr. vindt zulks ongehoord; in andere gemeenten stuurt men de Bredasche arbeiders ook terug. En die 60 waren nog wel vastgelegd in het bestek, Spr. hoopt, dat de gemeente in het vervolg voor dergelijke bestekken gespaard zal blijven. De heer LOONEN vindt het niet juist, dat in het bestek voor het radiogebouwtje zulke dure gevelsteenen zijn voorge schreven, terwijl altijd is gezegd, dat bedoeld gebouwtje ge maskeerd zou worden, zoodat daarvoor geen dure steenen noodig waren. Het is nu eenmaal gebeurd, doch Spr. ver trouwt, dat men dit in het vervolg zal vermijden. Wethouder BRANTJES zegt, dat de duurdere gevel steenen de stichtingskosten van het radiogebouwtje niet be langrijk hebben verhoogd. Voor het gebruiken van behoorlijke gevelsteenen was reden, aangezien het gebouwtje, vooral in den wintertijd, goed is te zien. Wat de tewerkgestelde arbeiders betreft, deelt Spr. mede, dat een zeker deel geschoolde arbeiders bij dit werk niet kon worden gemist. De radiokabels zijn veel moeilijker te han- teeren dan de electriciteitskabels en om hun groote dikte moeten zij met bijzondere zorg behandeld worden. Daarom was het noodzakelijk, dat er eenige werklieden meewerkten, die dat werk meer hadden verricht. Er hebben 30 werklieden gewerkt, van wie 18 Bredanaars en 12 geroutineerde werk lieden en voorlieden van den aannemer. Beter had misschien in het bestek kunnen staan, dat 100 voor zooverre het niet betreft voorwerkers en geschoolden, der tewerkgestelden, Bredanaars moesten zijn; de heer M e ij v i s was dan wellicht ook tevreden geweest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 779