20 DECEMBER 1932.
781
kan men niet maken; men heeft het hier geprobeerd en men
moet erkennen, dat het mislukt is.
Men heeft ook geroepen, dat de vestiging van het Openbaar
Slachthuis de veemarkt zou ten goede komen. Ook dat heeft
niet geholpen: de veemarkt bleef achteruitgaan.
Op het oogenblik is er inderdaad een grootere aanvoer van
runderen dan een tijd geleden, doch iedereen, die ter zake
op de hoogte is, weet, dat in het najaar meer vee aan de
markt komt dan in de andere jaargetijden. De grootere toevoer
is mede te verklaren door het ruimer gebruik van rundvleesch,
dat op het oogenblik belangrijk goedkooper is dan varkens-
vleesch. In de eerste 9 maanden van het jaar 1932 zijn maar
enkele vette varkens op de markt aangevoerd. Elk jaar wordt
op het veemarktbedrijf geld toegegeven en dat blijft voort
duren. Voor mij. Mijnheer de Voorzitter, is dan ook het tijd
stip aangebroken om mede te werken de veemarkt op te
heffen. Ik weet wel, Mijnheer de Voorzitter, dat de meerder
heid van den Raad zich daartegen zal verzetten, zooals zij
dat indertijd ook gedaan heeft tegen het afschaffen van de
Paaschveetentoonstelling, waar ik ook altijd tegen ben ge
weest. Men heeft echter gelukkig ingezien, dat met een
Paaschveetentoonstelling de veemarkt geen nieuw leven kon
worden ingeblazen; zoo zal er ook wel een tijd komen, dat
men zal inzien, dat de veemarkt moet worden opgeheven.
Ik stel daarom voor, Mijnheer de Voorzitter, de Bredasche
veemarkt op te heffen.
De heer KUIJLAARS zal een ander geluid laten hooren.
Wanneer op het voorstel van den heer Haaiman werd
ingegaan, zouden er verschillende verkeerde dingen worden
gedaan. Op de eerste plaats zit men vast aan de rente en
aflossing van het geïnvesteerd kapitaal. In de omgeving van
de veemarkt is geen te kort aan bouwgrond. Dat is de tweede
reden, waarom Spr. zich tegen de opheffing zal verzetten.
Hij vindt het een gelukkig verschijnsel, dat de Belcrumpolrfer
in trek is, doch dat is zeker mede te danken aan de veemarkt.
Het aantal bezoekers der markt is stijgende; de menschen