20 DECEMBER 1932. 783 rente en aflossing, de Gemeente nog een bedrag van 2481.42 heeft gekost. Nu hebben in 1931 de salarissen en loonen van het Veemarktpersoneel bedragen 1356.terwijl bij opheffing van het bedrijf vermoedelijk wachtgeld aan dat personeel zou worden toegekend. Indien dat nu berekend werd op gemiddeld 70 van het loon, dan zou dit bedragen 949.20, zoodat bij stopzetting van het bedrijf de gemeente kas in 1931 een voordeel zou hebben gehad van 1532.22. De heer MABELIS zegt, dat het voortbestaan der veemarkt een probleem is voor een deskundige. Spr. heeft in den loop van het jaar dikwijls de veemarkt bezocht, doch hij heeft er weinig vertier gezien. Het belang voor de gemeente is niet temin, naar Spr.'s meening, bij het voortbestaan der markt grooter, dan bij de opheffing ervan. Spr. wijst er dan op, dat de directeur der markt een salaris heeft van 500.de administrateur van 300.en de opzichter van 100.plus vrije woning. Spr. wil op deze salarissen bezuinigen, vooral omdat het hier een samengesteld bedrijf betreft. Ook vraagt Spr. zich af, of het niet mogelijk is de werkzaamheden aan de veemarkt verbonden, op te dragen aan het personeel van het slachthuisbedrijf, omdat de werkzaamheden ten behoeve der veemarkt gering zijn; hij geeft in overweging het veemarktbedrijf te vereenigen met het slachthuisbedrijf. De heer LOONEN wil normale tijden afwachten. Mar cheert de veemarkt dan nog niet, dan zal men ze moeten opheffen. Breda is een centrumgemeente en trekt vele bezoe kers. Men moet, volgens Spr., niet alleen kijken naar de uitkomsten van het bedrijf, maar ook naar de voordeelen. welke er voor de ingezetenen aan verbonden zijn. Spr. weet, dat meerdere gemeenten met bloeiende veemarkten toch nog geld daarop moeten toeleggen. De heer ELICH sluit zich aan bij de woorden van den heer K u ij 1 a a r s. Ook hij wil de zaak nog eens afzien en op betere tijden wachten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 783