784
20 DECEMBER 1932.
De VOORZITTER sluit zich eveneens aan bij degenen,
die het bestaan der veemarkt hebben verdedigd. Men moet niet
ondankbaar tegenover dit bedrijf staan en al te spoedig zijn
met een niet waardeerend oordeel. De veemarkt heeft op zich
zelf veel goed gedaan; de instelling is de uitkomst van een
langdurig onderzoek en studie. Bij de oprichting van het
bedrijf was men ervan overtuigd, dat een veemarkt niet ge
maakt kan worden, doch dat die langzamerhand moet groeien.
Het centrum van den Belcrumpolder is door de aanwezigheid
der veemarkt gebaat; eenige flinke gebouwen danken hun
ontstaan aan de veemarkt; in het algemeen kan men zeggen,
dat de Belcrumpolder een gunstige ontwikkeling heeft ge
kregen, mede door de aanwezigheid van dit bedrijf. Het geld
daaraan besteed, is dus niet weggegooid; integendeel, er zijn
daarvoor wellicht reeds eenige tienduizenden guldens als in
directe winst in de gemeentekas gevloeid. De voorstanders tot
behoud der veemarkt hebben dus" gelijk. Men kan ook zoo
maar niet rauwelijks zeggen, dat door de afschaffing 8000.
in het laatje wordt gehouden. Het terrein zelf is niet direct
winstgevend; aan den grond is ter plaatse niet spoedig be
hoefte; door een besluit tot opheffing wordt het kapitaal in
de opstallen gestoken, vernietigd.
Overigens wil Spr. er den heer H a a 1 m a n op wijzen, dat
de veemarkt niet in alle opzichten achteruitgaat. De aanvoer
van hoornvee bedroeg, naar Spr. op het oogenblik ten dienste
staande gegevens, in het jaar 1931 ongeveer 2700 stuks en
in 1932, naar den toestand op 14 December, meer dan 3000
stuks. Voor den teruggang in den aanvoer van ander vee,
zijn voldoende motieven aan te voeren. Indien de toestand
wederom normaal is, zal het varken zijn plaats op de veemarkt
wel weder innemen. Het bestaan der inrichting is op zichzelf
reeds toe te juichen. Er is een centrum: slachthuis en vee
markt; in dit verband moge de aandacht worden gevestigd op
den varkenshandel van den N.C.B. Breda is verwend met
hare bedrijven, welke in het algemeen goed marcheeren. Nu
er één is, dat op zwakke beenen loopt, zou men het willen
opdoeken. Zooals ouders een zekere voorliefde hebben voor