20 DECEMBER 1932. 785 hun zwakke kinderen, zou ook de Raad dit zwakkere bedrijf bijzonder genegen moeten zijn. Het bedrijf moet in staat worden gesteld, weder op te bloeien. Wellicht is er geen plaats in Nederland, waar de veemarkt winst oplevert. Ook zullen er gemeenten zijn, die een particuliere veemarkt subsi dieeren; er kan een veemarkt zijn, waar men bewust geld bijlegt; ook de Bossche veemarkt, welke toch wel bloeit, kost de gemeente jaarlijks duizenden guldens. Ten slotte geeft Spr. den Raad in overweging, het voort bestaan der veemarkt niet te bemoeilijken. Bezuinigd zal worden, waar het kan. De Paaschveetentoonstelling is reeds geschrapt; de mogelijkheid van bezuiniging, door den heer M a b e 1 i s gedacht, zal worden nagegaan; Spr. weet, dat de directie van het slachthuisbedrijf niet afkeerig is van samen voeging der beide bedrijven. De heer HAALMAN zegt, dat het geluid, dat hij over deze zaak gehoord heeft, niet onbemoedigend klinkt. Spr. heeft geen bezwaar meer tegen het toedienen van verster kende middelen aan het zwakke kind voor het jaar 1933. Bij de behandeling der begrooting voor het volgende dienstjaar kan deze kwestie nader worden bekeken. Spr. wil den heer M a b e 1 i s waarschuwen voor het idee: veemarkt- en slachthuisbedrijf samen te voegen, omdat men dan van den regen in den drop komt. Het verlies der veemarkt moet dan door de winst, welke op het slachthuis wordt ge maakt, worden betaald. Waarschijnlijk heeft de heer Mabe- 1 i s alleen bedoeld deze combinatie uitsluitend te bekijken in verband met de salarissen van het personeel van het veemarkt- bedrijf. Spr. kan zich daarmede vereenigen; hij heeft nooit ingezien waarom dergelijke salarissen moesten worden uit betaald; de moeite aan het veemarktbedrijf verbonden is be trekkelijk gering. Spr. vindt het juist, die salarissen nader onder oogen te zien; dat is ook niet onbillijk, omdat die zijn gebaseerd op een bedrijf dat redenen van bestaan heeft. Ook acht Spr. een directeur, een administrateur en vier keur meesters niet noodig. Bezuiniging hierop zou hem welgevallig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 785