786 20 DECEMBER 1932. zijn; daarmede zou men den financieelen toestand der vee markt ontlasten. Thans is voor elke 6 a 10 beesten een generaal noodig. De VOORZITTER vindt, dat er toch een verkeerde im pressie betreffende de werkzaamheden der veemarkt bestaat. Elk beest moet worden gewogen en onderzocht; de directeur heeft een aparte taak, hetgeen niet valt te ontkennen; ook met den administrateur is dat het geval. Spr. vindt het wel eigen aardig. dat het denkbeeld van salarisvermindering van het personeel der veemarkt komt van een zijde, die altijd een stugge zienswijze heeft, waar het de loonen der werklieden betreft; nu het ambtenaren aangaat, schijnt men er aan die zijde gemakkelijker over te denken. Iets anders is, volgens Spr., te overwegen, of de omstan digheden wettigen de salarissen te verminderen; hij wil echter niet den indruk gewekt zien, welken de heer Haaiman heeft. De begrooting van het veemarktbedrijf wordt daarop goedgekeurd en vastgesteld. Openbaar Slachthuis. De VOORZITTER geeft in overweging, het voorstel van den heer Haaiman tot verlaging van de tarieven, voor het gebruik van het slachthuis verschuldigd, te behandelen bij het betrokken artikel, onder mededeeling, dat de voorsteller zijn voorstel gewijzigd heeft in dezen zin, dat in plaats van 4 cent wordt gelezen 3]/2 cent. Besloten wordt, het voorstel van den heer Haaiman te behandelen bij het desbetreffende artikel. De VOORZITTER opent de algemeene beschouwingen over de begrooting van het openbaar slachthuis.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 786