790
20 DECEMBER 1932.
wijten aan de bijzondere tijdsomstandigheden. Op het oogen-
blik wordt veel rundvleesch gegeten; daardoor is er veel
grooter aanvoer van runderen. Gelukkig is in ruimer stallings
gelegenheid buiten en naast het slachthuis voorzien. Spr. is
van meening, dat de buitengewone omstandigheden, welke
oorzaak zijn, dat de veestallen op het oogenblik te klein
blijken, geen aanleiding kunnen geven tot uitbreiding; het is
mogelijk, dat over eenigen tijd de stallen ruimte genoeg
bieden.
Komende tot het contract met de buitengemeenten, wil Spr.
den heeren K u ij laars en Elich opmerken, dat van
nader overleg met de kringgemeenten geen sprake is. Toen
in eeri der vorige raadsvergaderingen dit punt aan de orde
is geweest, hadden de heeren hierover kunnen spreken. Thans
is daarover niets anders mede te deelen dan dat het contract
met drie maanden is verlengd. Aan den Commissaris dei-
Koningin is geschreven, dat bij niet-overeenstemming toepas
sing van artikel 23a van de Vleeschkeuringswet wel geen
bezwaar zal ontmoeten. Spr. zegt, dat Burgemeester en Wet
houders de verantwoordelijkheid te dezer zake niet alleen
zullen dragen; aan den Raad zal behoorlijk kennis worden
gegeven; er is een omissie begaan wat het niet-neerleggen
van enkele brieven betreft. Spr. verzoekt den Secretaris daar
om aan te teekenen, dat dit alsnog geschiede.
De algemeene beschouwingen worden gesloten,
waarop wordt overgegaan tot de artikelsgewijze
behandeling.
Volgnr. 2. Slachtkeur- en koelloonen.
De VOORZITTER stelt voor, hierbij het voorstel van
den heer Haaiman te behandelen.
Daartoe wordt besloten.