7 96 20 DECEMBER 1932. Ik wilde toen een voorstel indienen om van de winst, die werd geraamd ad 21.000.11.000.te bestemmen voor de Gemeente en 10.000 voor vermindering der keurloonen. De redenen, die ik toen daarvoor heb aangevoerd, bestaan nog, doch om niet in herhaling te vervallen, zal ik ze hier achter wege laten. Men kan ze vinden op pagina 1110 van de notulen der begrootingsvergaderingen van het vorige jaar. Dit wil ik er echter aan toevoegen, dat tegen het destijds genoemde argument van den onzekeren factor bij de exploitatie van het bedrijf: de exportslachtingen, door mij toen is aangevoerd, dat, mochten die in het allerongunstigste geval al eens wat minder opbrengen dan de raming van 3000.dit nog van geen beteekenis zou wezen. De uitkomst heeft mij in het gelijk gesteld. Door U, Mijnheer de Voorzitter, is toen onder meer gezegd, dat er tengevolge van de malaise minder vleeschverbruik zou kunnen zijn; het tegendeel is het geval geweest. Verder heeft U nog medegedeeld, dat als er eenigszins regel matig bijzondere winst gemaakt wordt, het oogenblik geko men kan zijn om de slachtrechten te verlagen, maar dat die verlaging moet ten goede komen aan den consument. Ver trouwende op die toezegging, Mijnheer de Voorzitter, heb ik toen mijn voorstel niet ingediend. Nu, een jaar later, blijkt, dat de winst 250.hooger geraamd is dan het vorige jaar. In het prae-advies, dat wordt uitgebracht op het voorstel van den heer Haaiman, wordt tegelijkertijd de vraag, die in het afdeelingsonderzoek naar voren is gebracht, n.l. om y2 cent verlaging per K.G., beantwoord met de mededeeling, dat de Slachthuiscommissie van oordeel was, dat het niet van voorzichtig beleid zou getuigen, wanneer men tot verlaging overging. Het kan U echter niet onbekend zijn, Mijnheer de Voorzitter, dat dit niet het oordeel der geheele Commissie was, doch dat in die Commissie-vergadering, aan de hand van de uitkomst van 't vorige jaar en de raming van nu, door mij is gepleit voor verlaging met een x/2 cent per K.G. Het advies zegt verder, dat verlaging met een halven cent

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 796