800
20 DECEMBER 1932.
Volgnummer 4 der inkomsten: .exportslachtingen" heeft
in 1931 opgebracht 5404.25; thans wordt de opbrengst, in
verband met de crisis-varkenswet, geraamd op 2000.
Volgnummer 4 der uitgaven: kantoerbehoeften", is 500.
hooger geraamd.
De uitgaven onder volgnummers 2, 5, 6, 7, 8 zijn hooger
geraamd dan vorige jaren. Spr. vraagt zich af, waarvoor die
hoogere ramingen noodig zijn. Worden die bedragen inder
daad uitgegeven of zijn ze opzettelijk zoo geraamd om een
hoogere winst te verkrijgen? Spr. merkt vervolgens op, dat
de heer K u ij 1 a a r s heeft gezegd, dat de consumenten toch
de slachthuistarieven betalen en dat de boeren en handelaren
niet van de verlaging der tarieven zullen profiteeren.
Spr. noemt dat zeer inconsequent van den heer K u ij -
laars.
Ingevolge de desbetreffende verordening behoeft voor nood-
slachtingen, welke worden afgekeurd, niets te worden be
taald; dat is dus hoofdzakelijk „boerenbelang". De heer
K u ij 1 a a r s vindt het dus niet zoo erg, dat door zijn men-
schen niets wordt betaald en dat anderen dubbel betalen.
Vervolgens zegt Spr., dat de Voorzitter de passage in het
prae-advies van Burgemeester en Wethouders, betreffende de
tarieven voor invoerkeurloon, heeft verzacht; de indruk,
welke deze zinsnede niettemin op Spr. gemaakt heeft, is die
van een tarieven-oorlog; Burgemeester en Wethouders hebben
daarbij iets in de hand gehouden. Spr. wil er voor waar
schuwen, dat de keuringskring, welke naast den Bredaschen
kring opgericht zal worden, een zelfden oorlog zal beginnen.
Ten slotte merkt Spr. op, dat de billijkheid van zijn voorstel
tot verlaging der invoerkeurloonen niet is aangevochten en
spreekt de hoop uit, dat dit zal worden aangenomen.
De heer KUIJLAARS wijst het verwijt, dat de heer Haai
man tot hem gericht heeft, af; Spr.'s houding is niet incon
sequent; de heer Haaiman is er naast. De door deze
bedoelde kwestie is besproken door de betrokken organisatie
en de directie van het slachthuis. Het resultaat van die be-