22 DECEMBER 1932. 808 tijd beschikbaar stellen en voorbereidend werk verrichten. Voorts dient ieder raadslid zich door studie op de hoogte te houden van alles wat de gemeente betreft in het bijzonder en van maatschappelijke stroomingen in het algemeen. Om dat te kunnen doen is men wel verplicht boeken aan te schaffen en abonnementen te nemen op couranten en tijdschriften. In dit verband mag er wel eens op gewezen worden, dat de Raad tot nu toe de gelegenheid, welke door de gewijzigde Gemeentewet is opengesteld, om ook voor commissievergade ringen presentiegeld uit te keeren, ongebruikt heeft gelaten. Een derde bezwaar heeft Spr. tegen het voorstel-P 1 e ij t e, en wel dit: meerdere leden van den Raad zullen voor het bijwonen der zittingen vrij moeten vragen uit hun betrek king, hetgeen gepaard kan gaan met loonderving. De heer P 1 e ij t e zelf verkeert in de bevoorrechte positie, dat zijn tractement tijdens de raadszitting doorgaat, maar voor meer dere leden is dit niet het geval. Speciaal voor de arbeiders zou het onmogelijk worden lid van den Raad te zijn, als niet in het presentiegeld een vergoeding voor loonderving zou wor den gevonden. Spr. merkt op, dat bijvoorbeeld zijn partij genoot Van Houten, meermalen, om een raadszitting te kunnen bijwonen, zijn dienst met een collega moet omruilen, hetgeen met financieele opofferingen gepaard gaat. Om alle "deze redenen verklaart Spr. zich sterk tegen het voorstel- P 1 e ij t e. De heer BROOS meent, na de woorden van den heer Haaiman, niet veel meer te moeten zeggen. Ook Spr. acht een vergoeding van 6.niet hoog voor het vele werk, dat aan het raadslidmaatschap is verbonden. Dat het overgroote deel van den Raad er evenzoo over denkt, blijkt wel heel duidelijk uit de manier, waarop dit voorstel werd ondersteund. Volgens Spr. is de heer P 1 e ij t e ook te laat met zijn voorstel. Hadde hij, toen de crisiskorting van 3 voor het gemeente- personeel aan de orde was, voorgesteld, ook 3 van de presentiegelden af te trekken, dan zou Spr. daar sympathiek tegenover gestaan hebben, omdat een dergelijk voorstel toen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 808