22 DECEMBER 1932. 815 van de woonwagenbewoners is den laatsten tijd van dien aard, dat Burgemeester en Wethouders eerder te vinden zullen zijn om minder zorg aan een en ander te geven dan tot verbetering van het kamp over te gaan. De heer VAN BEDAF blijft van meening, dat er voor deze menschen iets meer gedaan behoort te worden. Zij betalen toch ook 1.75 staangeld per week! Wethouder VAN MIERLO: Nu komt U aan de houding der bewoners, waarvan ik zooeven sprak; velen betalen hun staangeld al geruimen tijd niet meer. De heer VAN BEDAF geeft toe, dat de houding van de woonwagenbewoners niet sympathiek is. Dat ze hun staangeld niet betaalden, was Spr. echter niet bekend. Spr. is er echter sterk tegen, dat de Gemeente het weinige, dat zij thans doet, nog zou gaan verminderen of opheffen. Wil de Wethouder misschien ook het licht of het drinkwater nog wegnemen? De VOORZITTER sluit zich aan bij hetgeen Wethouder Van M i e r 1 o heeft gezegd. De kampbewoners gedragen zich in het algemeen onsympathiek, de goeden niet te na gesproken. Spr. verklaart, dat het denkbeeld van den heer Van Bedaf: wegneming van licht en water, bij wijze van straf op niet-betaling van staangeld, nader zal worden onderzocht. De heer VAN BEDAF protesteert tegen de wijze, waarop zijn woorden door den Voorzitter worden uitgelegd. De post wordt hierop onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Volgnummer 376L. Kosten wegens verificatie van kas en boeken van den gemeenteontvanger. De heer KOOIJMAN zou gaarne vernemen, of het op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 815