22 DECEMBER 1932.
819
leg voor de politie aan de orde zullen komen, zoodra het
Ambtenarenreglement zal zijn vastgesteld, hetgeen binnen
kort te verwachten is.
Verder heeft de heer Cohen eenige klachten geuit, welke
de handhaving van de openbare orde betreffen. In de eerste
plaats de „Welterdag" te 's-Gravenhage. De politie ver
wachtte van een dergelijke demonstratie allerlei moeilijk
heden. Waar de Rijksregeering zich op het standpunt stelde
die anti-Welter-actie niet te bevorderen, heeft Spr. gemeend,
eenzelfde houding te moeten aannemen ten opzichte van
plaatselijke demonstraties. Het lag dus allerminst op den weg
der politie de actie door het geven van diverse vergunningen
steun te verleenen. Politie op het Stationsplein was aanwezig
om de terugkomende betoogers te beschermen. Spr. vestigt
de aandacht op het feit, dat de z.g. vredes-demonstratie in
Augustus geheel werd „verwelterdWat zou er dan wel
van een Welter-vergadering worden? Overigens wordt de
politiek zooveel mogelijk van de openbare straat geweerd.
Van hetgeen de heer Cohen over de A.J.C. heeft gezegd,
is Spr. op dit oogenblik niets bekend. Over het algemeen
wordt een vergunning voor het houden van wandelingen
ook aan de A.J.C. niet geweigerd. Nu dit wèl het geval blijkt
te zijn geweest, neemt Spr. dan ook aan, dat er een bijzondere
reden voor aanwezig was. Een en ander zal nog worden
nagegaan.
De heer Cohen, later gesteund door den heer P 1 e ij t e,
heeft gevraagd naar meer of uitgebreider verkeersonderwijs
voor de schoolkinderen. Over het algemeen is Spr. daar ook
wel voor. Ook deze zaak heeft echter weer een keerzijde.
Het blijkt namelijk moeilijk, in de reeds overladen leer
programma's voor de lagere scholen weer een nieuw vak in
te lasschen, meerdere schoolbesturen hebben dat ondervon
den. In dit verband uit Spr. het vermoeden, dat te Breda bin
nen korten tijd de oprichting geschiedt van een afdeeling der
Vereeniging voor veilig verkeer. Er is reden voor de ver
onderstelling, dat deze afdeeling ook het verkeersonderwijs